Toon posts:

Multiple Dimensions

Pagina: 1
Acties:
  • 1.033 views sinds 30-01-2008
  • Reageer

Verwijderd

Topicstarter
Dit is het dimensie topic :D

Even een opwarmertje :)
Hoe stel je je de vierde dimensie voor (visuele dimensie)
Mijn manier
1. teken een x-y-z assenstelsel op een papiertje
Nu maak je de 3e dimensie in feite in 2 dimensies. wat ons in staat stelt een vierde dimensie te visualiseren omdat ons zicht beperkt is tot 3 dimensies
2. teken een punt in je assenstelsel. bijvoorbeeld A(2,5,3)
Nu hebben we een plaatsaanduiding in 3 dimensies.
3. zet je geodriehoek verticaal op het punt. Dit is je vierde dimensie. elk punt langs deze as is een punt in de vierde dimensie als het assenstelsel op het papier daadwerkelijk in 3 dimensies zou staan.
Deze dimensie kan je je ook voorstellen als een tijdas waarlangs wij ons bewegen.
Om daadwerkelijk visueel een 4e dimensie te maken in de derde dimensie heeft geen zin maar kan wel :D het heeft geen zin omdat wij het toch niet kunnen zien
Je zou zegmaar allemaal 3 dimensionale beelden achter elkaar moeten projecteren. Alleen zou je dan een soort 4d bril nodig hebben om het te kunnen zien.
Mijn leraar zei dat je ook dimensies kon hebben als de 1.7e dimensie of de 2.4e enzo. Hoe kan dit?

  • Pensmaster-B
  • Registratie: November 2002
  • Niet online
Als je die dimensie kunt bekijken, kun er dan ook instappen ?
ik ben namelijk op zoek naar een vluchtweg i.v.m. de big crunch of 1 van de variabelen daarop
maar als die dimensie gelinkt is aan algemene time and space heeft het toch geen zin
ik denk persoonlijk niet dat er meerdere dimensies zijn, alles is time and space wat dus 3d is

[ Voor 69% gewijzigd door Pensmaster-B op 14-11-2007 20:07 ]


  • NitroX infinity
  • Registratie: Januari 2002
  • Laatst online: 20-12 20:25
Uh, 4de dimensie is tijd voor zover ik het heb begrepen.
Overigens zijn die punten langs je geodriehoek gewoon xyz coördinaten maar dan met negatieve waarden. Tenminste, dat maak ik op uit je verhaal.

Graphene; a material that can do everything, except leave the lab. - Asianometry


Verwijderd

Topicstarter
nee niet helemaal.. want die 3 coördinaten heb je al gedefinieerd op een 2d oppervlak ;)

Verwijderd

Ik zie hier weinig ruimte voor echt discussie. Dus voordat de boel dicht gaat even antwoord op je vraag:
Verwijderd schreef op woensdag 14 november 2007 @ 18:16:
Mijn leraar zei dat je ook dimensies kon hebben als de 1.7e dimensie of de 2.4e enzo. Hoe kan dit?
Waarschijnlijk had hij het over Fractale dimensies.

Waar het kortweg op neerkomt is het volgende: Voor normale objecten geld dat hun "inhoud" evenredig is met hun lineare afmeting tot de macht hun dimensie. Ofwel: De oppervlakte (de 2 dimensionale inhoud) van een vierkante van r bij r is r2 , de (3 dimensionale inhoud van een bol met straal r is 4/3 pi r3.

Je kan echter ook figuren (zogenoemde fractals) verzinnen die zich niet aan deze wijsheid houden maar bijvoorbeeld hebben dat oppervlak ~ omtrek^1.7. 1.7 wordt dan de dimensie van van de fractal geboemd.

Verwijderd

Topicstarter
Thanks :), ik snap het niet.. maarja even dat wiki docu lezen :)

Verwijderd

Ik kan een 4e dimensionale kubus tekenen, want mijn natuurkunde pimp-leraar had het vorig jaar in de les altijd daarover omdat het zijn hobby is ofzo... Binnen nu en een kwartiertje zal ik hem eens gaan tekenen met paint als het lukt ;)

/edit hier is hij dan, mijn paint-skillz zijn niet echt über ik kan het beter op papier met een geo-driehoek.

Afbeeldingslocatie: http://img403.imageshack.us/img403/2131/4dqi1.gif

[ Voor 30% gewijzigd door Verwijderd op 14-11-2007 22:19 . Reden: image toevoegen ]


  • Basti504
  • Registratie: Februari 2005
  • Laatst online: 20-12 15:54

Basti504

Niet de enige, wel de echte.

Zo heb ik een vier demensionale kubus altijd geleerd. Zelfde leraar als de gene hier boven trouwens :P

Afbeeldingslocatie: http://members.home.nl/fg.marcelis/24-cell_bestanden/hypcub1.GIF

Eeen hypercube dus.

...


  • Brent
  • Registratie: September 2001
  • Laatst online: 20-12 09:57
Alleen zegt zo'n afbeelding je volgens mij niet zoveel. Een 4d object op een 2d beeld. Het is zoiets als een driedimensionaal beeld op een 1 dimensionaal punt afbeelden: kan best, maar zegt je 0,0.

Ik heb het idee om nog eens een vierdimensionaal object af te beelden naar een 3d beeld: ik stel me voor dat datgene wat je ziet afhangt van de hoek waarmee je naar het beeld kijkt. Ik ben ik nog niet over uit of dit wel kan (ook nog niet echt uitgezocht), maar lijkt me wel leuk.

Voordeel (lijkt mij) dat je slechts 1 dimensie wegkiepert, en niet 2. Aan de andere kant, eigenlijk 'zie' je sowieso ook maar 2 dimensies: het is je brein dat door slimme software er 3 van maakt. Misschien kan het brein dus niets maken van dat 3d beeld...

Humanist | Kernpower! | Determinist | Verken uw geest | Politiek dakloos


Verwijderd

Brent schreef op woensdag 14 november 2007 @ 22:28:
Alleen zegt zo'n afbeelding je volgens mij niet zoveel. Een 4d object op een 2d beeld. Het is zoiets als een driedimensionaal beeld op een 1 dimensionaal punt afbeelden: kan best, maar zegt je 0,0.

Ik heb het idee om nog eens een vierdimensionaal object af te beelden naar een 3d beeld: ik stel me voor dat datgene wat je ziet afhangt van de hoek waarmee je naar het beeld kijkt. Ik ben ik nog niet over uit of dit wel kan (ook nog niet echt uitgezocht), maar lijkt me wel leuk.

Voordeel (lijkt mij) dat je slechts 1 dimensie wegkiepert, en niet 2. Aan de andere kant, eigenlijk 'zie' je sowieso ook maar 2 dimensies: het is je brein dat door slimme software er 3 van maakt. Misschien kan het brein dus niets maken van dat 3d beeld...
Volgensmij was het ook zo dat het 4 dimensionaal was omdat je "erin" kon kijken net zoals als je nou bijvoorbeeld het vooraanzicht neemt, net alsof je zon lange gang kijkt.

  • temp00
  • Registratie: Januari 2007
  • Niet online

temp00

Als het kan ben ik lam

Interessant. Wat te denken van de 10de dimensie. Check dit intrigerende filmpje (imagining the tenth dimension) waarin dimensies 1 t/m 10 allemaal heel simpel en basaal uitgelegd worden. Ik persoonlijk begrijp letterlijk en textueel gezien, net zoals als het verhaal van de TS, alles wat er gezegd wordt en toch kan ik zodra het over een dimensie hoger dan 3 gaat, er geen geheel van breien en raak ik de draad compleet kwijt. Dat komt natuurlijk omdat de 1ste 3 dimensies voor ons zo vanzelfsprekend zijn (omdat we er in voortbewegen), maar toch zou ik het (beter) willen begrijpen.

Overigens word de zienswijze van de man die deze animatie heeft laten maken en er een boek over heeft geschreven door sommige wetenschappers niet helemaal serieus genomen.

[ Voor 15% gewijzigd door temp00 op 14-11-2007 22:50 ]

♠ REPLY CODE ALPHA ♠ 9800X3D, 32GB @ 6000, 980 Pro 2TB, RTX 5070Ti, MPG271QRX OLED @ 360HZ ♠ Overwatch


  • Confusion
  • Registratie: April 2001
  • Laatst online: 01-03-2024

Confusion

Fallen from grace

temp00 schreef op woensdag 14 november 2007 @ 22:40:
Interessant. Wat te denken van de 10de dimensie. Check dit intrigerende filmpje (imagining the tenth dimension) waarin dimensies 1 t/m 10 allemaal heel simpel en basaal uitgelegd worden.
[..]
Overigens word de zienswijze van de man die deze animatie heeft laten maken en er een boek over heeft geschreven door sommige wetenschappers niet helemaal serieus genomen.
De eerste 5 minuten van dat filmpje zijn wel aardig, maar behoorlijk geinspireerd door het boek Flatland (1928) en bevat al fouten. Daarna begint de verteller gewoon uit zijn nek te kletsen. Wat hij vertelt over quantummechanica is onnauwkeurig en de conclusies die hij vervolgens trekt zijn ongegrond. De eerdere aanname dat onze schijnbare lineaire beweging door de tijd een complexe beweging in een tweede tijdsdimensie zou zijn, is ook totaal uit de lucht gegrepen. Daarnaast is er vooralsnog geen enkele experimentele reden om aan te nemen dat er meer dan drie ruimtelijke en een tijdsdimensie bestaan. Theorieen houden er van alles tussen 4 en 26 (of zelfs nog meer) op na, zonder enige aanwijzing welke theorie zelfs maar kans maakt onze werkelijkheid te beschrijven. Overigens zijn die dimensies allemaal ruimtelijk van aard en gaat het hele verhaal van de verteller in het filmpje sowieso niet op.

[ Voor 5% gewijzigd door Confusion op 14-11-2007 23:36 ]

Wie trösten wir uns, die Mörder aller Mörder?


Verwijderd

Topicstarter
temp00 schreef op woensdag 14 november 2007 @ 22:40:
Interessant. Wat te denken van de 10de dimensie. Check dit intrigerende filmpje (imagining the tenth dimension) waarin dimensies 1 t/m 10 allemaal heel simpel en basaal uitgelegd worden.
dat filmpje slaat nergens op. Check dat ding over string theory eens xD als we dan toch met kwamtum bezig zijn. ik geloof dat alle dimensies ruimtelijk zijn maar dat wij ze ervaren als tijd en keus. (resp. 4 en 5) dimensie 6 is 1 tijdlijn met alle keuzes van alle deeltjes in dit universum. Theoretisch gezien kan je dan nog meer universi/universa hebben. dat is dan de 7e dimensie ga zo maar door.
maar tijd en keus zijn de enige manier om ons door de derde dimensie te verplaatsen. Met andere woorden, als er een 10e dimensie zou bestaan en geen 11e.. zouden er theoretisch op zijn hoogst 8/9e dimensionale wezens kunnen bestaan, omdat ze zich anders niet zoude kunnen bewegen. en 9e dimensionale wezens zouden geen keuze hebben.
Voor ons is keus een mogelijkheid om op een andere plaats in de vierde/vijfde dimensie te komen. Helaas zien wij alleen maar 3 dimensies. Je zou dus de vierde en vijfde kunnen zien als een pad tussen verschillende 3e dimensies.

Ook slaat die hypercube ff nergens op. Je kan niet een 4d object op 2d afbeelden. net als je geen 3d op 1d kan afbeelden. dus moeten we 4d in 3d afbeelden en daarover kan je mijn startpost lezen.

Verwijderd

temp00 schreef op woensdag 14 november 2007 @ 22:40:
Interessant. Wat te denken van de 10de dimensie. Check dit intrigerende filmpje (imagining the tenth dimension) waarin dimensies 1 t/m 10 allemaal heel simpel en basaal uitgelegd worden. Ik persoonlijk begrijp letterlijk en textueel gezien, net zoals als het verhaal van de TS, alles wat er gezegd wordt en toch kan ik zodra het over een dimensie hoger dan 3 gaat, er geen geheel van breien en raak ik de draad compleet kwijt. Dat komt natuurlijk omdat de 1ste 3 dimensies voor ons zo vanzelfsprekend zijn (omdat we er in voortbewegen), maar toch zou ik het (beter) willen begrijpen.

Overigens word de zienswijze van de man die deze animatie heeft laten maken en er een boek over heeft geschreven door sommige wetenschappers niet helemaal serieus genomen.
Het is een kwestie van aftellen voordat iemand dat gedrocht ging posten. Het enige wat de maker ten toon spreid is het feit dat hij totaal geen enkel begrip heeft wat de term dimensie in het normale leven (lees de wis- en natuurkunde :)) betekend. Ik meen (het is een tijdje geleden dat ik dit gezien heb)dat wat hij beschrijft bij de "vijfde dimensie" al iets beschrijft dat formeel oneindig dimensionaal is.

Een woord: Kwatsch!
Verwijderd schreef op donderdag 15 november 2007 @ 07:39:
[...]

dat filmpje slaat nergens op. Check dat ding over string theory eens xD als we dan toch met kwamtum bezig zijn. ik geloof dat alle dimensies ruimtelijk zijn maar dat wij ze ervaren als tijd en keus. (resp. 4 en 5) dimensie 6 is 1 tijdlijn met alle keuzes van alle deeltjes in dit universum.
De ruimte van alle mogelijke "keuzes" is oneindig dimensionaal. (Of op z'n minst heel erg groot dimensiaal, afhankelijk wat je precies bedoelt met keus.)
Ook slaat die hypercube ff nergens op. Je kan niet een 4d object op 2d afbeelden. net als je geen 3d op 1d kan afbeelden. dus moeten we 4d in 3d afbeelden en daarover kan je mijn startpost lezen.
Je kan in 1d ook geen vierkant afbeelden. Dat wil zeggen je kan geen 2d object in 1d afbeelden. Dus volgens jouw logica zou je ook geen 3d objecten in 2d af kunnen beelden! Iets waar vrijwel niemand echt problemen mee heeft.

Er is niks mis met een 4d object naar 2d te projecteren, je gooit (net als bij 3d->2d) wat informatie weg, maar voor een voldoende symmetrisch object (zoals een kubus) kan deze info makelijk mentaal aangevuld worden. (Toe gegeven dit kost wat meer moeite voor een 4d object, maar dat komt vooral we daar minder ervaring mee hebben.)

[ Voor 33% gewijzigd door Verwijderd op 15-11-2007 09:40 ]


Verwijderd

Nee, 2d kan je ook niet in 1d afbeelden. En 4d wel in 2d alleen je ziet het gewoon wat moeilijker en het word onoverzichtelijker.

Er is hier al eerder een soortgelijk topic over geweest:
http://gathering.tweakers...list_messages/511449/last

Hier een kubus in 5D, zoals je ziet je ziet nog kubussen alleen je ziet ze moeilijk omdat het allemaal met zwart is gemaakt.
Afbeeldingslocatie: http://www.geocities.com/soni_abhinav/photos/Cube5D.gif

[ Voor 27% gewijzigd door Verwijderd op 15-11-2007 15:08 ]


  • tbenschop2
  • Registratie: Maart 2005
  • Laatst online: 10-02-2021
Je kunt de vierde dimensie als volgt voorstellen:

Stel je de letter 'L' voor.
In een 2-dimensionale wereld is het onmogelijk om van de L een omgedraaide L te maken, zoiets als _|. Pas als je de 3e dimensie erbij haalt kun je het teken omklappen.
Stel je nu een linkerschoen voor (3d object). Het is in een 3 dimensionale wereld onmogelijk om van een linkerschoen een rechterschoen te maken. Tenzij je de 4e dimensie erbij haalt. Daar kun je de linkerschoen in 'omklappen' en er een rechterschoen van maken.

[ Voor 4% gewijzigd door tbenschop2 op 16-11-2007 09:03 ]


  • Brent
  • Registratie: September 2001
  • Laatst online: 20-12 09:57
Verwijderd schreef op donderdag 15 november 2007 @ 15:06:
Nee, 2d kan je ook niet in 1d afbeelden.
Natuurlijk kan dat. Dat levert een lijn met een bepaalde lengte op.

Humanist | Kernpower! | Determinist | Verken uw geest | Politiek dakloos


Verwijderd

Brent schreef op donderdag 15 november 2007 @ 19:10:
[...]

Natuurlijk kan dat. Dat levert een lijn met een bepaalde lengte op.
Ja het kan wel alleen dan is het niet meer een zichtbaar dat je een 2d voorwerp tekent, als je 4d in 2d tekent is het nog wel een herkenbaar 4d voorwerp.

[ Voor 4% gewijzigd door Verwijderd op 15-11-2007 19:39 ]


Verwijderd

Topicstarter
Verwijderd schreef op donderdag 15 november 2007 @ 19:24:
[...]

Ja het kan wel alleen dan is het niet meer een zichtbaar dat je een 2d voorwerp tekent, als je 4d in 2d tekent is het nog wel een herkenbaar 4d voorwerp.
definieer een 4d voorwerp
"een voorwerp dat is opgebouwd uit lijnen, die zijn getekend tussen punten die 4 dimenties (lengte, breedte, hoogte, ?tijd?) hebben.. punt A(2,3,1,6) naar punt B(1,2,5,4) naar punt C(6,3,4,5) zou een driehoek door de 4e dimensie gaan.
het is dus helemaal geen 4d voorwerp maar een voorstelling er van wat helemaal niet kan omdat wij dat niet kunnen zien als mensen. een 3d oog vangt geen lichtstralen op die 4d zijn

  • cxavier
  • Registratie: Maart 2006
  • Laatst online: 19-12 22:08
Verwijderd schreef op donderdag 15 november 2007 @ 20:08:
[...]

definieer een 4d voorwerp
"een voorwerp dat is opgebouwd uit lijnen, die zijn getekend tussen punten die 4 dimenties (lengte, breedte, hoogte, ?tijd?) hebben.. punt A(2,3,1,6) naar punt B(1,2,5,4) naar punt C(6,3,4,5) zou een driehoek door de 4e dimensie gaan.
het is dus helemaal geen 4d voorwerp maar een voorstelling er van wat helemaal niet kan omdat wij dat niet kunnen zien als mensen. een 3d oog vangt geen lichtstralen op die 4d zijn
Met een oog kun je alleen maar 2d zien ;). De combinatie van de twee ogen kan een gedeeltelijke 3d-omgeving aan je hersenen laten zien, maar natuurlijk niet helemaal.

Een 2d afbeelding (bijna 2d dan) op een vel papier kun je in 1x compleet zien, als je maar genoeg afstand neemt.

Als je een 3d voorwerp gaat bekijken kun je het niet helemaal zien. Hoe groot de afstand tot dat voorwerp ook is. De achterkant blijft voor jou onzichtbaar, omdat je ogen niet helemaal 3d kunnen waarnemen. Als dat wel zo zou zijn zou je op je oog ook een 3d beeld van het hele voorwerp moeten kunnen vormen.

[ Voor 0% gewijzigd door cxavier op 15-11-2007 22:39 . Reden: spelfoutje ]

Knight who says 你


Verwijderd

tigid schreef op donderdag 15 november 2007 @ 22:05:
[...]

Met een oog kun je alleen maar 2d zien ;). De combinatie van de twee ogen kan een gedeeltelijke 3d-omgeving aan je hersenene laten zien, maar natuurlijk niet helemaal.

Een 2d afbeelding (bijna 2d dan) op een vel papier kun je in 1x compleet zien, als je maar genoeg afstand neemt.

Als je een 3d voorwerp gaat bekijken kun je het niet helemaal zien. Hoe groot de afstand tot dat voorwerp ook is. De achterkant blijft voor jou onzichtbaar, omdat je ogen niet helemaal 3d kunnen waarnemen. Als dat wel zo zou zijn zou je op je oog ook een 3d beeld van het hele voorwerp moeten kunnen vormen.
Om 3d te zien hoef je toch niet een heel voorwerp te kunnen zien, of denk ik dat nou maar? In een deel van een voorwerp kan je toch ook diepte zien.

  • cxavier
  • Registratie: Maart 2006
  • Laatst online: 19-12 22:08
Dat bedoel ik met gedeeltelijke 3d omgeving. Met je ogen kun je iets meer 3d waarnemen dan een gewone monitor kan laten zien. Je hersenen vergelijken 2 verschillende 2d beelden met elkaar, en kunnen er voor een gedeelte diepte uithalen.

Om echt 3d te kunnen zien zou het licht in je oog dus ook niet op een vlak geprojecteerd moeten worden, maar in een 3d-vorm (een bol, oid). En volgens mij is het onmogelijk om dat met licht klaar te spelen.

Je kunt dus wel gedeeltelijk 3d zien, maar lang niet helemaal.

Knight who says 你


Verwijderd

Dimensies kan je niet zien.
Het zijn geen objecten die licht reflecteren of uitzenden.

Op het gevaar af dat ik hieronder iets stelt dat anderen reeds veel beter gesteld c.q. verklaard hebben het volgende:

Een "vierkant" is niet te zien. Het is slechts te definiëren als een geometrisch element en dan kan je doen in een vlakke ruimte ( n-ruimte) voor zover n=>2 of in een eindeloos aantal niet-vlakke ruimten. Voor zover een geometrische constructie aan de definitie van een vierkant voldoet, namelijk dat het 4 ribben met gelijke lengte heeft terwijl deze ribben op een geodetische lijn vormen en elke twee ribben op de vertex een hoek van 90 graden hebben, dan heet dat een vierkant. Indien wenselijk kan je extra eisen stellen waaraan een vierkant moet voldoen maar zoiets hoeft niet. Hoe dan ook, dergelijk geometrische constructies zijn niet te zien. Het zijn abstracties waarmee wij onze werkelijkheid kunnen beschrijven. Voor deze reden gaan de discussies over dimensies doorgaans manco omdat men er over wilt praten alsof het objecten zijn waar je een meetlat langs kunt leggen.

Voor zover geometrie betreft kan je een willekeurige vierkant, gedefinieerd in een k1-ruimte in elke willekeurige k2-ruimte plaatsten indien er voldoende k2-dimensies zijn om het n-vierkant te kunnen bevatten (De “k” refereert naar “krom”). Een voorbeeld hiervan is dat een Uclidiaanse vierkant (UVK) in een Uclidiaanse 2-D ruimte gedefinieerd kan worden maar ook in een Ucliaanse 3-D ruimte. Deze UVK past niet in een 2-D kromme ruimte maar past soms in een 3-D kromme ruimte maar soms niet. . .het al dan niet passen van het UVK in een andere ruimte is afhankelijk van hoe deze ruimte gedefinieerd is.

Als men dus fysieke constructies zoals tegels, touwtjes, bakstenen, ijzeren staven namen gaat geven die louter bestemd zijn voor abstracte geometrische elementen staat het bij voorbaat al vast dat we verzeild raken in Babylonische toestanden waarin niets meer duidelijk is en we elkaar niet begrijpen.

Om in deze discussie te beweren dat je 3 dimensie kunt zien maar 4 dimensies niet heeft geen enkele verklarende betekenis: het veroorzaakt ruis waar niemand wijzer van wordt.

Als voorbeeld neem ik een stuk papier en teken er figuur op dat vanwege een meting een vierkante vorm heeft dan zie je een stuk papier met grafiet of inkt (of iets anders) er op. Je ziet geen dimensies. Je kan wel het stuk papier vanuit de meting nader definiëren. . .en vaststellen welke dimensioneel kenmerken het heeft. Het zelfde geldt voor de tekening op het papier en al naar gelang in welke vorm het papier is gebogen . . . (in plaats van papier kunnen we ook een latex membraam nemen zoals een opgeblazen ballon). . .kunnen we het object dat we zien definiëren in een ruimtelijke zin. . .hiervoor gebruiken we coördinaten op een assenstelsel. . .dit stelsel is ook niet te zien maar indien wenselijk kunnen we fysieke meetlatten die een bepaalde vorm hebben en een ruimtelijke relatie met elkaar hebben als een assenstelsel opstellen. Die meetlatten kunnen we zien. Het opstellen van fysieke meetlatten is niet nodig om de ruimtelijke structuur van het stukje papier met een tekening te kunnen vaststellen. . .Als een ruimteschip naar de maan vliegt zijn meetlatten niet nodig. Het te volgen pad wordt bepaald louter door metingen en in principe is het dan niet eens nodig om te weten of de ruimte bij de maan krom is of vlak.

Het is belangrijk om het geometrische gereedschap dat we bedenken en definiëren (allerlei soorten dimensies), om de fysieke wereld in kaart te brengen, gescheiden blijft van de objecten die we er mee willen karakteriseren. . . .heeft iets de vorm van een cirkel of bijvoorbeeld een hyperbool?

Vragen zoals: "Bestaat de 6-de dimensie?" is betekenisloos als je uitgaat van de gedachte dat dimensies objecten zijn die ergens te vinden zijn en aan een onderzoek onderworpen kunnen worden. Je kan wel een 6-D coördinatenstelsel opzetten met 6 assen. Elke as is orthogonaal aan de andere 5 assen en de relatie tussen de assen is dat er 6 rotaties zijn waarmee de oriëntatie van de 6 assen is vastgelegd vanaf een willekeurige as . Voor deze as-rotaties r1,r2,r3,r4,r5,r6 geldt:

cos (r1)=cos(r2)=cos(r3). . . . .=cos(r6)=0
sin(r1)=sin(r2). . . . .=sin(r6)=1

Vanuit deze optiek is het bestaan van deze 6 dimensies een feit en je kunt er allerlei wiskundige berekeningen in uitvoeren. . .zoals het berekenen van de "lengte" van een vector van het punt (0,0,0,0,0,0) naar punt (-3,5,7,9,2,-14). Vanaf deze vector kan je vervolgens een rotatie berekenen naar elk van de 6 assen.

Ik wilde even duidelijk maken dat de essentie van een dimensie een abstractie is dat je gebruiken kan om iets substantieels te definiëren. In de ruimte waarin we als wezens bestaan en waarin objecten te vinden zijn kan je geen dimensies vinden. Je kan slechts met behulp van "meetlatten" vaststellen hoe waarneembare "objecten" zich gedragen ten opzichte van elkaar. Als je dat vastgesteld heb dan heb je een "handvat" aan het systeem waar je mee bezig bent.

De 6-D ruimte bestaat op een identieke manier dat een 2-D ruimte bestaat of dat een 3-D ruimte bestaat. Voorts kan je deze ruimtedefinities kenmerken als Uclidiaans dan wel als curviliniair. Daarnaast kan je objecten in het ene stelsel transformeren naar andere stelsels. De vorm zoals we bijvoorbeeld een cirkel zien veranderd in een transformatie naar bijvoorbeeld een vliegtuigvleugel terwijl de essentiële aspecten niet veranderen. . .de definitie dat alle coördinaten van de cirkel een gelijke afstand hebben van een gegeven punt (coördinaat) blijft gehandhaafd. Op een gelijke manier kan een cirkel transformeren naar een vierkant. . .je mag dat een vierkante cirkel noemen :*) als je wilt. . . .elk punt op de ribben van het vierkant heeft een gelijke afstand van een gegeven punt.

Ik had even niets te doen en wilde mijn gedachten voor me zelf duidelijk maken. Misschien heeft iemand er iets aan als ze over dimensies willen gaan praten op een manier die duidelijk is voor anderen.

Verwijderd

Verwijderd schreef op vrijdag 16 november 2007 @ 05:52:

Vragen zoals: "Bestaat de 6-de dimensie?" is betekenisloos als je uitgaat van de gedachte dat dimensies objecten zijn die ergens te vinden zijn en aan een onderzoek onderworpen kunnen worden.
De vraag "Gedraagt de ruimte-tijd zich als een 6 dimensionale varieteit?" Is daarentegen weer heel valide. (en zinvol!) Het is tevens een vraag waarop we geen 100% eenduidig antwoord weten. Op macroscopische schaal is het antwoord duidelijk "nee", maar op veel kleinere schalen zou het antwoord misschien wel "ja" kunnen zijn!

Klein detail. Met deze definitie van vierkant:
Voor zover een geometrische constructie aan de definitie van een vierkant voldoet, namelijk dat het 4 ribben met gelijke lengte heeft terwijl deze ribben op een geodetische lijn vormen en elke twee ribben op de vertex een hoek van 90 graden hebben, dan heet dat een vierkant.
Bestaan er (over het algemeen) geen vierkanten in gekromde 2d ruimten! (Tenzij kromming op het binneste van het vierkant gemiddeld nul blijkt te zijn.) Als je echter eenvoudig eist dat alle hoeken gelijk zijn, bestaan ze weer wel.

Verwijderd

Verwijderd schreef op vrijdag 16 november 2007 @ 09:47:
[...]

De vraag "Gedraagt de ruimte-tijd zich als een 6 dimensionale varieteit?" Is daarentegen weer heel valide. (en zinvol!) Het is tevens een vraag waarop we geen 100% eenduidig antwoord weten. Op macroscopische schaal is het antwoord duidelijk "nee", maar op veel kleinere schalen zou het antwoord misschien wel "ja" kunnen zijn!
Precies! Deze vraag past is een mooi voorbeeld van een wetenschappelijke aanpak. Vanuit metingen die her en der gedaan worden kunner er mogelijk verschijnselen optreden die verklaard zouden kunnen worden met het toekennen van meerdere dimensies aan de dataset om de data te kunnen verklaren. Op dit punt zou ik echter nog steeds stellen dat de dimensies abstracties zijn om de metingen te kunnen verklaren. Temperatuur kan je in deze zin misschien met een dimensie in kaart brengen(of er dan van orthogonaliteit sprake zou zijn is een vraag). Als we ons ergens tussen de sterren gaan positioneren is de dimensionaliteit van wat er daar gebeurd met massa en energie nog steeds een middel om het gedrag er van vast te leggen.Het is met mijn optiek eenvoudigweg zo als er niets is dan is er niets te meten( alleen je zelf en je ruimteschip) en eventueel wat energie dat van verweg op je afkomt. Je kan geen meetlat uit je zak halen en even gaan meten hoevel dimensies er daar zijn en of die objecten dan recht of krom zijn.
Klein detail. Met deze definitie van vierkant:
kom ik later op terug. . .ik moet even weg. . .

Verwijderd

Verwijderd schreef op vrijdag 16 november 2007 @ 10:51:
[...]

Precies! Deze vraag past is een mooi voorbeeld van een wetenschappelijke aanpak. Vanuit metingen die her en der gedaan worden kunner er mogelijk verschijnselen optreden die verklaard zouden kunnen worden met het toekennen van meerdere dimensies aan de dataset om de data te kunnen verklaren. Op dit punt zou ik echter nog steeds stellen dat de dimensies abstracties zijn om de metingen te kunnen verklaren. Temperatuur kan je in deze zin misschien met een dimensie in kaart brengen(of er dan van orthogonaliteit sprake zou zijn is een vraag). Als we ons ergens tussen de sterren gaan positioneren is de dimensionaliteit van wat er daar gebeurd met massa en energie nog steeds een middel om het gedrag er van vast te leggen.Het is met mijn optiek eenvoudigweg zo als er niets is dan is er niets te meten( alleen je zelf en je ruimteschip) en eventueel wat energie dat van verweg op je afkomt. Je kan geen meetlat uit je zak halen en even gaan meten hoevel dimensies er daar zijn en of die objecten dan recht of krom zijn.
Zelfs jij objectifiseert hier het begrip dimensie nog te veel. Dimensie is een eigenschap van bepaalde wiskundige objecten. De meest relevante daarvan zijn de dimensie van een vectorruimte en van een variëteit (en welke gevallen deze eigenschap een niet negatief geheel getal is.) Voor varieteiten is deze eigenschap geheel lokaal bepaald. Daarom, als je veronderstelt dat de ruimte(tijd) te modelleren is als een variëteit, dan is de dimensie van die variëteit iets wat je lokaal kan meten. (Hoewel dit mogelijk wel wat aanname vraagt over hoe je fysica interactie heeft met de ruimte)

Je kan bij goed taal gebruik dus ook niet spreken van "een dimensie" (tenzij je het heb over een dimensie begrip, er zijn hier soms meer dan een van toe passing). Uitspraken als "de vierde dimensie is tijd" zijn even eens betekennis loos. (Vergelijk met de (grammaticaal) correcte uitspraak: "ruimte en tijd zijn samen te beschrijven als een 4 dimensionale variëteit (ruimtetijd))

Verwijderd

Verwijderd schreef op vrijdag 16 november 2007 @ 13:11:
[...]

Zelfs jij objectifiseert hier het begrip dimensie nog te veel. Dimensie is een eigenschap van bepaalde wiskundige objecten. De meest relevante daarvan zijn de dimensie van een vectorruimte en van een variëteit (en welke gevallen deze eigenschap een niet negatief geheel getal is.) Voor varieteiten is deze eigenschap geheel lokaal bepaald. Daarom, als je veronderstelt dat de ruimte(tijd) te modelleren is als een variëteit, dan is de dimensie van die variëteit iets wat je lokaal kan meten. (Hoewel dit mogelijk wel wat aanname vraagt over hoe je fysica interactie heeft met de ruimte)

Je kan bij goed taal gebruik dus ook niet spreken van "een dimensie" (tenzij je het heb over een dimensie begrip, er zijn hier soms meer dan een van toe passing). Uitspraken als "de vierde dimensie is tijd" zijn even eens betekennis loos. (Vergelijk met de (grammaticaal) correcte uitspraak: "ruimte en tijd zijn samen te beschrijven als een 4 dimensionale variëteit (ruimtetijd))
Vanwege een nogal zwakke kennis van grammatica stel ik vaak iets in een vorm waarin wat ik probeer duidelijk te maken dat het niet mogelijk is juist tot stand komt. . .zoiets in de trant van "De woorden 'ryamsehjt' en 'kwefrtsdg'' bestaan niet".. . . ik laat de mogelijkheid dat ze in een andere taal wel bestaan even buiten beschouwing

Verwijderd

Verwijderd schreef op vrijdag 16 november 2007 @ 09:47:

Klein detail. Met deze definitie van vierkant:
[...]
Bestaan er (over het algemeen) geen vierkanten in gekromde 2d ruimten! (Tenzij kromming op het binneste van het vierkant gemiddeld nul blijkt te zijn.) Als je echter eenvoudig eist dat alle hoeken gelijk zijn, bestaan ze weer wel.
Ik zou er op terugkomen:

Ja inderdaad. Waar ik op doelde is dat met de definitie voor een vierkant die voldoet in een vlakke 2d ruimte normaliter aangenomen wordt dat het oppervlak een onderdeel is van wat een vierkant behelsd. In principe hou ik hier de definitie aan dat de ruimte binnen de ribben totaal los staat van hoe een vierkant gestalte krijgt: een geodetische lijn L, hoek 90 graden. . .en dit 4keer. . .eigenlijk 4-kanten op! . . .en dan moet je op het startpunt uitkomen, dan heb je een vierkant. Ik stap even naar een cirkel dat als voorbeeld gedefinieerd is vanuit de relatie

K= x2 + y2. . . . . [1]

om het argment voor anderen toe te lichten.

Het getal K definieert de set (x,y) waarvoor [1] waar is. Alle getallen die niet deel uit maken van de set (x,y) behoren niet tot deze cirkelset. Eveneens is het zo dat de constante K geen deel uit maakt van de set(x,y). . .het bepaald slechts de relatie tussen x en y. In een 2d vlakke ruimte is het zo dat het oppervlak binnen de cirkel een bekende relatie heeft met K en pi, maar als de set( x,y) in een kromme 2d ruimte gedefinieerd is kan het "oppervlak" groter dan wel kleiner zijn dan

Pi/4*K . . . . . [2]

Vanuit deze benadering komen de namen radius, diameter, omtrek en oppervlakte niet aan de orde en kan je binnen en buiten de set (x,y) allerlei verschillende niet-vlakke ruimten bedenken zodat de relatie [1] voor elke ruimte waar is maar dat voor elke ruimte [2] niet waar is.

Sterker nog, misschien is het zelfs mogelijk dat als je de lengte L van de cirkelomtrek gaat berekenen (de lijn dat door de set (x,y) ontstaat) kan je ook de ruimte van (x,y) zo kiezen dat L niet gelijk is aan pi*K1/2 ondanks dat de relatie [1] een cirkel voorstelt. Dit kan ik even niet bewijzen. . .het komt er op neer dat het lijn-integraal in niet lineaire coördinaten over de set (x,y) berekend moet worden om het antwoord te kunnen bewijzen. Of dit altijd op

L = pi*K1/2 . . . . [3]

uitkomt weet ik even niet (nooit eerder over gepiekerd). . .ik krijg wel het gevoel dat dit voor niet-lineaire coördinaten. . . met een model als richtlijn. . . neer komt op bijvoorbeeld een initiële projectie van de set (x,y) op een vlak lineair raster en als je het raster dan gaat uitrekken of laat krimpen op allerlei niet lineaire manieren dan blijven de coördinaten van (x,y) en de lengte van L rekken/krimpen in de zelfde verhouding. Dit zou impliceren dat [3] dan altijd waar is. . . .L als een "elastiekje" heeft een constante lengte, ongeacht hoe je het uitrekt en vervormd.

Mijn argument voor het vierkant is het zelfde. . .de "oppervlakte" binnen de ribben kan groter zowel als kleiner zijn dan het kwadraat van de lengte van een rib.

Met dit als uitgangspunt blijft een vierkant op een elastisch membraan dat vervorming ondergaat altijd een vierkant. Verder stel ik hiermee dat een vierkant in een elke hogere dimensionele ruimte ook een vierkant blijft voor zover de ribben geodetische lijnen zijn en de 4 ribben orthagonaal aan elkaar zijn.

Verwijderd

Verwijderd schreef op vrijdag 16 november 2007 @ 21:13:
[...]

Ik zou er op terugkomen:

Ja inderdaad. Waar ik op doelde is dat met de definitie voor een vierkant die voldoet in een vlakke 2d ruimte normaliter aangenomen wordt dat het oppervlak een onderdeel is van wat een vierkant behelsd. In principe hou ik hier de definitie aan dat de ruimte binnen de ribben totaal los staat van hoe een vierkant gestalte krijgt: een geodetische lijn L, hoek 90 graden. . .en dit 4keer. . .eigenlijk 4-kanten op! . . .en dan moet je op het startpunt uitkomen, dan heb je een vierkant.
Mijn punt was dat dit enkel voorkomt als de ruimte die het vierkant omsluit (Voor hogere dimensies is hier een zorgvuldigere definitie voor nodig) gemiddeld vlak is. (Je kan aantonen dat de som van de hoeken van een geodetische vierhoek 360+ (een functie van de gemiddelde kromming) is. Dit verschijnsel het holonomie) Een zinnigere definitie van "geodetisch vierkant" eist dan ook enkel dat alle zijden even lang zijn en alle hoeken even groot. Probeer dit maar eens op een bol oppervlak, dan zie je gelijk dat dit iets op levert wat herkenbaar is als vierkant.
Ik stap even naar een cirkel dat als voorbeeld gedefinieerd is vanuit de relatie

K= x2 + y2. . . . . [1]
Je maakt hier een denk fout door te denken dat deze relatie ook gedefineerd is voor andere ruimten. Je kan beter de relatief

K = d(P,x)

nemen. Met d het afstandsbegrip op je ruimte en P het beoogde middelpunt. Met deze definitie heeft de rest van je verhaal redelijk betekennis.
Sterker nog, misschien is het zelfs mogelijk dat als je de lengte L van de cirkelomtrek gaat berekenen (de lijn dat door de set (x,y) ontstaat) kan je ook de ruimte van (x,y) zo kiezen dat L niet gelijk is aan pi*K1/2 ondanks dat de relatie [1] een cirkel voorstelt. Dit kan ik even niet bewijzen.
Denk aan een bol oppervlak. Dan is de omtrek van een cirkel met straal r kleiner dan 2 pi r.
Mijn argument voor het vierkant is het zelfde. . .de "oppervlakte" binnen de ribben kan groter zowel als kleiner zijn dan het kwadraat van de lengte van een rib.
Dat is zeker zo.
Met dit als uitgangspunt blijft een vierkant op een elastisch membraan dat vervorming ondergaat altijd een vierkant. Verder stel ik hiermee dat een vierkant in een elke hogere dimensionele ruimte ook een vierkant blijft voor zover de ribben geodetische lijnen zijn en de 4 ribben orthagonaal aan elkaar zijn.
Dit was in jouw definitie dus niet het geval. (Als je je membraan gaat rekken blijven je hoeken niet gelijk.)

Verwijderd

Verwijderd schreef op vrijdag 16 november 2007 @ 19:05:
[...]


Vanwege een nogal zwakke kennis van grammatica stel ik vaak iets in een vorm waarin wat ik probeer duidelijk te maken dat het niet mogelijk is juist tot stand komt. . .zoiets in de trant van "De woorden 'ryamsehjt' en 'kwefrtsdg'' bestaan niet".. . . ik laat de mogelijkheid dat ze in een andere taal wel bestaan even buiten beschouwing
In dit geval is jouw grammatica niet de schuldige, maar eerder het all om onzinnig gebruik van het woord dimensie.

Verwijderd

Verwijderd schreef op zaterdag 17 november 2007 @ 14:32:
[latex vierkant]
Mijn punt was dat dit enkel voorkomt als de ruimte die het vierkant omsluit (Voor hogere dimensies is hier een zorgvuldigere definitie voor nodig) gemiddeld vlak is. (Je kan aantonen dat de som van de hoeken van een geodetische vierhoek 360+ (een functie van de gemiddelde kromming) is. Dit verschijnsel het holonomie) Een zinnigere definitie van "geodetisch vierkant" eist dan ook enkel dat alle zijden even lang zijn en alle hoeken even groot. Probeer dit maar eens op een bol oppervlak, dan zie je gelijk dat dit iets op levert wat herkenbaar is als vierkant.
Even geprobeerd “holonomie” te begrijpen en vond o.a. dit van ene prof. Van Baal:

www.lorentz.leidenuniv.nl/vanbaal/ART/art-opg.pdf

Wel leuk spul, maar iets formeler dat waar in na 1970 mee gestoeid heb. Ik herken enige kreten er in die jij ook al bezigde(o.a. een variëteit).

Aan vierkant op een bol dacht ik al wel maar generaliseerde het idee dat de omsloten 2d-ruimte niet vlak hoefde te zijn.

[een cirkel volgens K=x2+y2 bestaat ook in andere ruimten]
Je maakt hier een denk fout door te denken dat deze relatie ook gedefinieerd is voor andere ruimten. Je kan beter de relatief

K = d(P,x)

nemen. Met d het afstandsbegrip op je ruimte en P het beoogde middelpunt. Met deze definitie heeft de rest van je verhaal redelijk betekenis.
Met een formele aanpak zullen denkfouten gemakkelijker voorkomen worden maar ik vraag me af of er sprake van een denkfout is. Misschien veroorzaken mijn woordkeuzen enige onduidelijkheid. Ik ga uit van het standpunt dat een middelpunt en een straal van een cirkel totaal geen wiskundige betekenis hebben maar dat ze slechts gebruikt worden om locatie aan te geven als we als we een cirkel willen gaan tekenen (plotten) of een circulair object willen bouwen. . .als we dat doen verlaten we de wiskunde. In de relatie

K=(x-a)2+(y-b)2. . . .[1]

is er louter sprake van een relatie tussen getallen en deze relatie kunnen we definiëren als een blauwdruk om een cirkel te kunnen maken (bijvoorbeeld plotten met een computer dan wel stipjes op een grafiek zetten met alleen een liniaal en potlood. Op geen enkel ogenblik in de constructie komt een straal of een middelpunt in het geding. Het idee straal is een aspect dat mensen er bij halen, o.a. als er een passer gebruikt wordt en het punt (a,b) op een grafiek is slechts een middel om de locatie van de cirkel te definiëren. In de relatie [1] zijn de getallen K, a en b geen coördinaten op de cirkel. . .de cirkel is gedineerd door de dataset (x,y) met gebruik van deze 3 brongetallen. As je met deze gedachte over een 2d-cirkel gaat praten. . .het is bij definitie een 2d-element. . .dan is het niet relevant wat de ruimte buiten de cirkel en binnen de cirkel doet (die ruimten hoeven niet eens volledig te bestaan). Als we spreken van een 2d-ruimte waarvan alleen de dataset van [1] Euclidisch is dan is er sprake van een Euclidische cirkel. . .de rest hoeft niet Euclidisch te zijn. In een niet-Euclidische ruimte kunnen er uiteraard Euclidische regio’s bestaan en ik neem een voorbeeld waarvoor [1] toevallig een Euclidische cirkel is. Dat is naar mijn mening geen denkfout maar een visie. . .mogelijk is mijn visie in strijd met conventie t.a.z.v. formele benamingen maar niemand kan eisen dat de getallen K,a,b coördinaten van de cirkel zijn of dat een straal een element van een cirkel is..

Met deze visie kan een niet-Euclidsche ruimte de relatie [1] kunnen bevatten maar zodanig de coördinaat (a,b) niet kan bestaan. Dit is bijvoorbeeld het geval als er toevallig op de locatie waar je (a,b) zou willen aanduiden geen "ruimte" zit (in normale taal zit er dan een gat). Het is dan niet relevant of de locatie waar je (a,b) zou willen plotten Euclidisch is of niet (als er daar "ruimte" zou zijn). Verder maak het niet uit of de ruimte, buiten set[1] lineair is of niet. Je kan allerlei variaties bedenken voor ruimten die niet overal vlak zijn zowel als ruimten die niet overal lineair zijn. Als je dan probeert het middelpunt van de cirkel [1] te vinden kan je interessante resultaten krijgen. In het algemeen noem ik er een paar. . .ik neem even alleen 2d-ruimten in beschouwing:

1. Het beoogde middelpunt (a,b) bestaat niet. Er is dan geen ruimte waar je (a,b) wilt aanduiden. . .Bijvoorbeeld de set [1] kan de omtrek van een "gat" zijn!;
2. De straal bestaat niet. Het getal K1/2 bestaat in deze 2d ruimte wel maar het is niet noodzakelijkerwijs een lijn van (x,y) naar (a,b) in de 2d-ruimte;
3. Voor zover de ruimte bol is en (a,b) wel bestaat als coördinaat wordt het begrip middelpunt uitermate interessant. De cirkelset (x,y) kan i) een oneindig aantal middelpunten hebben en ii) de cirkel kan een straal van variabele lengte hebben als de lijn van (a,b) naar (x,y) door de gehele set(x,y) roteert. . .je mag niet vergeten dat deze lijn in de ruimte gedefinieerd moet zijn om als een lijn te kunnen bestaan. Dit is het geval indien de ruimte die de cirkel omsluit niet lineair is. . .je kan dit voorstellen als een excentrisch draaicenter (a,b) met een elastiekje er aan zodat het andere einde over de set (x,y) beweegt: voor elke draaihoek is er een andere straal;
4. Ik ga nog een stapje verder en zet het draaicenter (a,b) in een bolle 2d-ruimte. Het elastiekje tussen (a,b) en (x,y) is nu ook niet recht (in Euclidische zin) maar krom. . .ondanks dat staat het toch strak. . . .het zit immers in de bolle ruimte!

Ik kan nog wel een paar zaken bedenken die in deze 2d-ruimten waar [1] waar is maar niet strookt met de praktische begrippen die we normaliter aan een cirkel hangen zoals straal, middelpunt, oppervlak (binnen de cirkel voor een vlakke ruimte). Voor een kromme ruimte. . .heb ik gerealiseerd. . . is de aanduiding “binnen” de cirkel vaak betekenisloos is. Denk even aan een ballon: aan de cirkelvormige de blaastuit hangt een membraan maar dit membraan bestaat niet binnen de cirkel . . .de cirkel omsluit het membraan. .dit heb ik van de woorden van Trias geleerd :+

Het is duidelijk dat ondanks het feit dat dataset (x,y] . . .de cirkel definieert dit gepaard kan gaan met afgeleiden van(x,y) dan wel geassocieerde begrippen voor cirkels in onze normale ervaring die geen betekenis hebben in andere 2d-ruimten dan we gewend zijn.
Bijv. de afgeleide van de cirkelfunctie in de vorm y=f(x)------> dy/dx(dy/dx) als het begrip “kromming” geeft en voor een cirkel het getal K1/2 ophoest en dat is gelijk aan de lengte van de straal van een gewone cirkel. Het belangrijke punt hier is dat “kromming” geen enkele relatie heeft met een lijnsegment tussen (a,b) en (x,y) maar louter een getal is.

De volgende stap die ik maak gaat mogelijk ook buiten het formalisme dat voor 2d-wiskunde het gangbare is. Namelijk dat de relatie [1] niet alleen geldig is voor ruimten die op (x,y) plat zijn. Stel voor dat (x,y) in een ruimte gedefinieerd is dat de vorm heeft van een cilinder en dat het . . .als een analogie. . .gat in een membraan voorstelt. De relatie [1] in zonder meer waar. Maar het cirkelvormige gat . . .(patato-chip vorm) . . .heeft geen middelpunt . . .(a,b) bestaat immers niet! Ook bestaat de straal niet . . .als je voor dat voorbeeld een straal probeert te definiëren kom je onherroepelijk in de knoop. Het zelfde geldt voor het begrip oppervlak voor dit voorbeeld. Het gat in een membraan is slechts een analogie. . . in de voorgestelde 2d-ruimte is het begrip “gat” niet geldig. Over een gat kan je niet spreken omdat het er niet is. Je kan ook niet een oppervlak berekenen van iets dan niet bestaat!
Interessant is dat je voor de set (x,y) wel de kromming K1/2 kan berekenen. Elk punt (x,y) heeft een kromming maar als je dat zou gebruiken om de straal te definiëren kom je bedrogen uit omdat (a,b) niet bestaat. Stel echter dat we de 2d-ruimte (de cilinder) in een 3d-ruimte zetten. Zodra je dat doet kan je een oneindig aantal middelpunten in de 3d-ruimte definiëren waarmee lijnsegmenten gedefinieerd kunnen worden tussen (x,y) in 2d en (p,q,r) in 3d. . . .een dergelijke interessante constructie gaat even mijn voorstellingsvermogen te boven. Mijn argument is dat in al deze voorbeelden de relatie [1] stand blijft houden en dus in al deze ruimten een cirkel genoemd mag worden.

De conclusie is dat een cirkel in de wiskundige zin niet eenvoudigweg plat en rond is maar een complex krom element kan zijn.. . .zoals de omtrek van een patato chip.
Denk aan een bol oppervlak. Dan is de omtrek van een cirkel met straal r kleiner dan 2 pi r.
Precies, maar dan is de straal een lijn van het punt (a,b) naar de set (x,y) en is een kromme die in het bolle oppervlak ligt. Consequentie is dat als je in dat voorbeeld er voor kiest om een middelpunt (a,b) te definiëren dat er van “het middelpunt van de cirkel” niet eenduidig sprake is. . .een middelpunt is daar niet noodzakelijkerwijs uniek. Als het bolle oppervlak toevallig een 3d-ruimte omsluit kan je ook een straal en een middelpunt binnen in de 3d-ruimte definiëren in het vlak van de cirkel. Sterker nog, op deze manier kan je oneindig veel stralen en oneindig veel middelpunten voor deze cirkel in de 3d-ruimte definiëren. Het een en ander is een consequentie van mijn visie hierboven.

[vierkant op een flexibel membraan]
Dit was in jouw definitie dus niet het geval. (Als je je membraan gaat rekken blijven je hoeken niet gelijk.)
Dat lijkt zo maar juist het prachtige van de wiskunde dat het wel waar kan zijn. . .je kunt het naar je hand zeten zodat een bepaalde stelling waargemaakt kan worden. In vergelijking met (-1)1/2 is het zo dat toen we nog niet verder keken dan wat de schoolmeester ons voorschotelde we gewoon antwoord “dat kan niet” nakraaide tot op een moment dat we door een open raam een mooiere werkelijkheid konden zien waar (-1)1/2 en log(-1,3) en ei*pi tot leven geroepen werden.

In een 7d-ruimte kunnen we 7 orthogonale assen bedenken. . . of misschien beter is het te zeggen dat die 7 ortho-assen de 7d-ruimte creeren. . .met Trias moet ik goed op mijn worden letten :) . Tussen de assen zitten 7 hoeken. . .laat ik elke hoek gewoon 90° noemen. . .het is immers een gewoon getal net zoals 2pi radian dat is en dan is die hoek in deze 7d-ruimmte een hoek waarvoor sin(hoek)=1 en cos(hoek)=0 geldt. . .het principe van ortogonaliteit is hiermee gedefinieerd.

Iemand kan wel gaan protesteren door te zeggen dat het niet klopt omdat die hoeken niet haaks zijn maar dat haalt de orthogonaliteit van de 7d-ruimte niet onderuit (haaks is iets dat een Nederlandse timmerman in Duitsland bedacht heeft om het woordt winkel te vertalen. . .ik heet toevallig Winkelman en dat betekend "haaksman" :X ). Als ik dit 7d-ruimte voorbeeld naar een 2d-membraan vertaal denk ik het volgende te kunnen doen met niet-lineaire coördinaten en niet-vlakke ruimte:

A Ik definieer twee assen voor variabelen n1 en n2 op een 90° Euclidische hoek;
B Een vierkant wordt met een vertex op punt(0,0) gezet met de andere vertexen op (1,0), (1,1) en (0,1). Dat noem ik een vierkant;
C Het vierkant kunnen we als een flexibele ruimte beschouwen. In deze ruimte wordt bij elke hoek een radiaal raster bedacht met lijnen die totaal 90° voorstellen;
D Nu gaan de assen verdraaien en vervormen zodat ze naar elkaar toe bewegen en rekken dan wel krimpen en de ruimte dat omsloten is door de 4 ribben gaan vervormen en wel zodanig dat de graden “kleiner” of groter worden vanuit onze Euclidische visie. De vervormingen zijn zodanig dat:
i) alle hoeken orthogonaal blijven;
ii) de 4 vertexen blijven op de coördinaten (1,0), (1,1) en (0,1) zitten;
iii) de 2 ribben van (0,1) naar (1,1) en van (1,0) naar (1,1) zijn even lang zijn als de andere twee ribben: Int(ds) =1 over de ribben moet gelden
iv) de ruimtevervormingen moet zo zijn dat de ribben geodetische lijnen zijn en dus als “recht” gedefinieerd mogen worden.

Onder deze “constructie” wordt aan de definitie van een vierkant voldaan. In deze zin worden de twee assen als een orthogonaal stelsel beschouwd met de extra conditie dat de ruimte tussen de assen en de lengte van de assenaangepast wordt zodat items i t/m iv waar zijn.

Een vierkant kan er dan vanuit een Euclidisch meet-systeem uitzien als een ruitvorm dat in allerlei richtingen vervormd is.

De vraag is nog wel of alle items i t/m iv in een dergelijk coordinatenstelsel gerealiseerd kunnen worden. . . alleen zeggen dat het kan is niet genoeg. Een bewijs heb ik niet zomaar klaar liggen :(

[ Voor 200% gewijzigd door Verwijderd op 18-11-2007 00:09 ]


  • MicroWhale
  • Registratie: Februari 2000
  • Laatst online: 20-12 14:25

MicroWhale

The problem is choice

hier is een leuke presentatie over iemand die er een theorie over verzonnen heeft op basis van de string-theorie.

www.tenthdimension.com

klik op de media-rich version.

Het enige belangrijke is dat je vandaag altijd rijker bent dan gisteren. Als dat niet in centen is, dan wel in ervaring.


  • Confusion
  • Registratie: April 2001
  • Laatst online: 01-03-2024

Confusion

Fallen from grace

Wie trösten wir uns, die Mörder aller Mörder?


Verwijderd

Verwijderd schreef op zaterdag 17 november 2007 @ 23:55:
[...]
[een cirkel volgens K=x2+y2 bestaat ook in andere ruimten]


[...]
... Ik ga uit van het standpunt dat een middelpunt en een straal van een cirkel totaal geen wiskundige betekenis hebben maar dat ze slechts gebruikt worden om locatie aan te geven als we als we een cirkel willen gaan tekenen (plotten) of een circulair object willen bouwen. . .als we dat doen verlaten we de wiskunde. In de relatie

K=(x-a)2+(y-b)2. . . .[1]
Mijn bezwaar tegen dergelijke definitie is dat hij reeds impliceert dat je dataset een subset van R2 is. Hiermee beperk je je verhaal nogal. Voor een generieke ruimte hoeven de punten geen getallen te zijn, het kwadraat van een punt heeft dan ook zelden enige betekennis. Nu kan je altijd proberen eerst een algebraische structuur aan te brengen op je ruimte om vervolgens een definitie als hierboven te gebruiken voor een cirkel. Alleen is dat nog nioet zo makkelijk en vaak zelfs onmogelijk!

Het is daarom beter om gebruik te maken van begrippen die intrensiek gedefineerd zijn op je gekromde ruimte, zoals punten en afstand. (Zonder afstands begrip kan je uberhaupt niet spreken over een gekromde ruimte.
... Op geen enkel ogenblik in de constructie komt een straal of een middelpunt in het geding.
Ik zie niet zoveel problemen met het bestempelen van sqrt(K) tot straal en (a,b) tot middelpunt. Dan hebben die twee fijn een naam.
. . .dan is het niet relevant wat de ruimte buiten de cirkel en binnen de cirkel doet (die ruimten hoeven niet eens volledig te bestaan).
Dat zie je verkeerd. Er blijkt wel degelijk een verband te bestaan tussen de rand en het omsloten oppervlak. Een geval waar je vast bekend mee bent is de stelling van Stokes (in dit (2d) geval beter bekend als stelling van Green), die een integraal over de omtrek relateerd aan een integraal over het omsloten oppervlak. (gemakshalve ga ik er van uit dat dit enkelvoudig samenhangend (=simply connected) is, zo niet dan is er nog steeds een verband maar is dit een stuk ingewikkelder.) Het geometrisch geval heeft hier sterk mee te maken. De kromming is namelijk (uit te drukken als) een een 2-vorm die je kan integreren over het binneste van een gebied dat omsloten wordt door een lijn, bijvoorbeeld jouw cirkel. Is je dan aanneemt dat je cirkel euclidisch/vlak is dan heeft de bijhorend integraal over de cirkel een bepaalde waarde wat dus iets zegt de kromming binnen de cirkel. (Als je hier meer over wil weten is de stelling van Gauss-Bonnett een goed begin. Deze bevat ook correcties voor als de omsloten ruimte niet enkelvoudig samenhangend blijkt.)
Ik kan nog wel een paar zaken bedenken die in deze 2d-ruimten waar [1] waar is maar niet strookt met de praktische begrippen die we normaliter aan een cirkel hangen zoals straal, middelpunt, oppervlak (binnen de cirkel voor een vlakke ruimte). Voor een kromme ruimte. . .heb ik gerealiseerd. . . is de aanduiding “binnen” de cirkel vaak betekenisloos is. Denk even aan een ballon: aan de cirkelvormige de blaastuit hangt een membraan maar dit membraan bestaat niet binnen de cirkel . . .de cirkel omsluit het membraan. .dit heb ik van de woorden van Trias geleerd :+
Een gesloten curve (die zich zelf niet snijdt) splitst een orienteerbare 2d ruimte altijd in twee delen. (Dit is een tamenlijk niet triviaal resultaat in low-D topologie) De conventie is om te spreken over binnen en buiten de curve, hoewel deze twee soms niet eenduidig bepaald zijn. Echter in dergelijk gevallen maakt het niet uit welk deel je binnen de curve noemt. In het geval van jouw ballon is dit membraan het binnenste van de cirkel.
De conclusie is dat een cirkel in de wiskundige zin niet eenvoudigweg plat en rond is maar een complex krom element kan zijn.. . .zoals de omtrek van een patato chip.
Behalve dat de cirkel volgens jouw definitie op de meeste objecten die jij noemt niet gededineerd is.
[vierkant op een flexibel membraan]

[...]
Ik stel voor dat je naar een UB gaat en een goed boek over differentiaal meetkunde op zoekt. Dan zul je lezen hoe je het genen wat je hier wilt doen in het meest algemene kan doen. Tevens zal het boek voor je bewijzen, dat zelfs in dit meest algemene geval bepaalde dingen niet tegelijkertijd mogelijk zijn.

(sidenote)
Tussen de assen zitten 7 hoeken. . .
Dat zijn er meer. Het aantal onafhankelijke rotaties in 7 dimensies is (7 boven 2) = 21.


laat ik elke hoek gewoon 90° noemen. . .het is immers een gewoon getal net zoals 2pi radian dat is en dan is die hoek in deze 7d-ruimmte een hoek waarvoor sin(hoek)=1 en cos(hoek)=0 geldt. . .het principe van ortogonaliteit is hiermee gedefinieerd.
Als ik dit 7d-ruimte voorbeeld naar een 2d-membraan vertaal denk ik het volgende te kunnen doen met niet-lineaire coördinaten en niet-vlakke ruimte:

A Ik definieer twee assen voor variabelen n1 en n2 op een 90° Euclidische hoek;
B Een vierkant wordt met een vertex op punt(0,0) gezet met de andere vertexen op (1,0), (1,1) en (0,1). Dat noem ik een vierkant;
C Het vierkant kunnen we als een flexibele ruimte beschouwen. In deze ruimte wordt bij elke hoek een radiaal raster bedacht met lijnen die totaal 90° voorstellen;
D Nu gaan de assen verdraaien en vervormen zodat ze naar elkaar toe bewegen en rekken dan wel krimpen en de ruimte dat omsloten is door de 4 ribben gaan vervormen en wel zodanig dat de graden “kleiner” of groter worden vanuit onze Euclidische visie. De vervormingen zijn zodanig dat:
i) alle hoeken orthogonaal blijven;
ii) de 4 vertexen blijven op de coördinaten (1,0), (1,1) en (0,1) zitten;
iii) de 2 ribben van (0,1) naar (1,1) en van (1,0) naar (1,1) zijn even lang zijn als de andere twee ribben: Int(ds) =1 over de ribben moet gelden
iv) de ruimtevervormingen moet zo zijn dat de ribben geodetische lijnen zijn en dus als “recht” gedefinieerd mogen worden.
Aan bovenstaande kan alleen voldaan worden als de gemiddelde kromming over de ruimte binnen het vierkant 0 is. Zo niet dan is ofwel aan i) ofwel aan iv) niet voldaan.
De vraag is nog wel of alle items i t/m iv in een dergelijk coordinatenstelsel gerealiseerd kunnen worden. . . alleen zeggen dat het kan is niet genoeg. Een bewijs heb ik niet zomaar klaar liggen :(
Het bewijs van Gauss-Bonnett vertelt ons echt dat dit alleen kan als de gemiddelde kromming binnen het vierkant nul is.

Verwijderd

Verwijderd schreef op maandag 19 november 2007 @ 10:56:
[. . .K=(x-a)2+(y-b)2. . .[1] ]

Mijn bezwaar tegen dergelijke definitie is dat hij reeds impliceert dat je dataset een subset van R2 is. Hiermee beperk je je verhaal nogal. Voor een generieke ruimte hoeven de punten geen getallen te zijn, het kwadraat van een punt heeft dan ook zelden enige betekenis. Nu kan je altijd proberen eerst een algebraïsche structuur aan te brengen op je ruimte om vervolgens een definitie als hierboven te gebruiken voor een cirkel. Alleen is dat nog niet zo makkelijk en vaak zelfs onmogelijk!

Het is daarom beter om gebruik te maken van begrippen die intrinsiek gedefinieerd zijn op je gekromde ruimte, zoals punten en afstand. (Zonder afstands begrip kan je überhaupt niet spreken over een gekromde ruimte.
Het is duidelijk dat formalisme op diverse punten in deze discussie aan mijn kant ontoereikend is om precies/volledig te zijn en dat ik daarmee iets concludeer dat niet juist blijkt te zijn. Ik dacht juist de genoemde cirkelformule te generaliseren maar ik maak er uit op dat dit het gevolg geeft dat ik het geen cirkel meer mag noemen. Dat lijkt me nogal belemmerend. Ik het gevoel dat mijn niet geheel formele aanpak misschien in de weg zit.
Met mijn aanpak zie ik [1] dan ook louter een relatie met getallen x en y die je als coördinaten kan opstellen. Het begrip afstand is eenvoudigweg een afgeleide. De expressies (x-a) en (y-b) zijn getallen in de zelfde zin als x en y zijn. In die zin doe ik precies wat je hier voorstelt. Ik neem je toelichting hierboven als voorbeeld:
Voor een generieke ruimte hoeven de punten geen getallen te zijn, het kwadraat van een punt heeft dan ook zelden enige betekenis
Hier zeg je eigenlijk iets waar ik enige moeite mee heb omdat ik op geen enkele manier coordinaten gekwadrateerd heb. Naar mijn mening is een generieke ruimte juist bepaald door middel van getallen en niets anders. Ik weet niet precies wat je met "punten" bedoeld. . .een scherp punt?. . .nee dat is een grapje. . .ik vermoed dat je coördinaten bedoeld. Ik ben het 100% een dat het "kwadrateren" van coördinaten iets is dat misschien geen betekenis heeft, tenzij het reeds gedefinieerd is. . .misschien zo iets?:

(a,b)2 = (a2,b2)

Of dit nuttig is weet ik niet. Ik heb het niet nooit gezien maar het lijkt me een volstrekt legitieme wiskundige operatie. Het lijkt een beetje vergelijkbaar met matrix wiskunde waar M1*M1 etc. wel mogelijk is.

Interessant is wel dat in de relatie 1 er totaal geen sprake is van kwadrateren van coördinaten. In de wiskundige zin geeft

K=(x-a)2+(y-b)2

een relatie van getallen weer. Hier is het ook duidelijk dat (x-a)2 louter het kwadraat van een getal is en niet het kwadraat van een coördinaat.

Ik vind mijn visie niet beperkend. . .het laat me juist vrij om er al naar gelang ik er behoefte aan heb voor praktische zaken er andere wiskundige elementen aan te hangen. Indien ik [1] niet aan beperkingen blootstel kan deze relatie in elke ruimte gelden. Voor een 3d-ruimte op z=0 zal het evengoed gelden. Ik stelde zelfs dat het in een niet-euclidische ruimte zou gelden. De relatie [1] kan ook gelden als de ruimte als R5 gedefinieerd is. . .alle andere variabelen zijn 0. In een formele wiskundige discussie mag het misschien geen cirkel genoemd worden omdat die naam misschien exclusief voor het ons bekende "rondje" in een platte ruimte gebruikt mag worden. Dat kan ik accepteren.

Als ik K gebruik in plaats van het concept "gekwadrateerde straal" neem ik juist de beperkingen van een geometrisch constructie weg. Het lijkt me juist een verruimende zienswijze.
Ik zie niet zoveel problemen met het bestempelen van sqrt(K) tot straal en (a,b) tot middelpunt. Dan hebben die twee fijn een naam.
Daar heb ik ook geen probleem mee als je specificeert dat het om een geometrische constructie gaat en indien de coördinaat (a,b) in de betreffende ruimte bestaat. Zoals ik ook aangeduid heb zijn er ruimten te bedenken waarin (a,b) als coördinaat niet bestaat. . .het gehele geometrische idee van straal en middelpunt valt dan in duigen. Met alleen [1] vallen dergelijke beperking juist weg.


[...ruimte binnen een cirkel heeft geen relatie met de dataset (x,y) van [1]. . .]
Dat zie je verkeerd. Er blijkt wel degelijk een verband te bestaan tussen de rand en het omsloten oppervlak. . .
Ik kan hiermee instemmen indien er binnen de cirkel ruimte is om er iets over te zeggen. Als die ruimte niet bestaat kan er niets over gezegd worden (een belangrijke richtlijn in de wetenschap). Als een analogie voor wat ik bedoel neem ik een stalen plaat met een cirkelvormig gat. Het volume van stalen plaat definieer ik als een R3 ruimte. De cirkel . . .eigenlijk is het een cilinder met (x,y,d) als coördinaten met z=d. . .omsluit geen ruimte. Er is niets over te zeggen omdat wat wij vanuit onze 3d-ruimte de cirkel als een gat zien maar in de ruimte van de plaat bestaat bestaat er geen gat (er wordt slechts een gebied uitgeloten). . .de grenzen van de ruimte van de plaat worden bepaald door de afmetingen van de plaat. De stelling van Stokes kan je er niet op los laten. . . omdat de stelling van Stokes/Green duidelijk een oppervlak nodig heeft. Waar ik op doel is dit: de plaat (de ruimte) kan ik modificeren door op de plaats van het “gat” een as er in te lassen of een bol. De ruimte van de plaat wordt geheel anders en al naar gelang ik de ruimte veranderd krijgt een wiskundige analyse er van een specifiek antwoord. Buiten de grenzen van de plaat bestaat de plaat niet. Het is vergelijkbaar met de zinloze vraag: wat is het smeltpunt van het materiaal in het gat?
Een geval waar je vast bekend mee bent is de stelling van Stokes (in dit (2d) geval beter bekend als stelling van Green), die een integraal over de omtrek relateerd aan een integraal over het omsloten oppervlak. (gemakshalve ga ik er van uit dat dit enkelvoudig samenhangend (=simply connected) is, zo niet dan is er nog steeds een verband maar is dit een stuk ingewikkelder.)
Het gaat er mij om dat als er in een ruimte een gedefinieerde begrenzing is zodat bepaalde coördinaten er niet in voorkomen(uitsluitsels) dan kan je er met geen enkele stelling er een “operation” op los laten. . .een integraal over een “gat” in de plaat is onmogelijk omdat er geen ruimte daar is.

In deze zin kan je een “ruimte” definiëren die alleen maar bestaat uit de getallen K, a en b die door middel van

K=(x-a)2+(y-b)2

gestalte krijgt. Er is dan geen sprake een oppervlak binnen of buiten de set(x,y). Je kan alleen de set (x,y) analyseren vanuit de set zelf, met of zonder gebruik van de getallen K, a, en b. Als je bijvoorbeeld een lijnintegratie uitvoert, Int(ds), kan je dat doen omdat je er geen andere getallen voor nodig hebt. Uiteraard kan je ook de afgeleide y’ en y” uitrekenen en vaststellen dat y’”=0 waar is. Er is verder misschien niets over te zeggen anders dan dat vanuit de definitie van de ruimte zelf mogelijk is. Voor dit voorbeeld lijkt het mij duidelijk dat er ook geen sprake kan zijn van krom zijn dan wel vlak zijn van de set (x,y). . .er bestaat buiten de set (x,y) niets om dit te kunnen vaststellen. . . .
Ik stel voor dat je naar een UB gaat en een goed boek over differentiaal meetkunde op zoekt. Dan zul je lezen hoe je het genen wat je hier wilt doen in het meest algemene kan doen. Tevens zal het boek voor je bewijzen, dat zelfs in dit meest algemene geval bepaalde dingen niet tegelijkertijd mogelijk zijn.
Dat is zonder meer duidelijk en nuttig om te gaan doen. Tijd heb ik er wel voor!
Je stelling dat in een 7d-ruimte 21 onafhankelijke rotaties te definiëren zijn is me niet duidelijk. . .”7 boven 2” verklaart niet het getal 21. . .tenzij je bedoeld (2x7 +7)maar ik vraag je niet dit te verklaren (een brug te ver voor me: ik kan geen 7d-ruimte voorstellen). Ik heb er niet verder over nagedacht. Als ik er over nadenk is het wel aannemelijk dat deze rotaties niet eenvoudigweg gelijk zijn aan het aantal dimensies. In een 2d-ruimte is er ook maar 1 rotatie.

Voor mijn vierkant in een flexibel ruimte kunnen dus niet alle 4 condities die ik stelde altijd waar gemaakt worden. Dat vroeg ik me dus af.

Bedankt voor je zeer gedetailleerde opmerkingen en toelichtingen. Het onderwerp laat je duidelijk ook niet koud:-)

Verwijderd

Verwijderd schreef op dinsdag 20 november 2007 @ 05:08:
[...]
Het is duidelijk dat formalisme op diverse punten in deze discussie aan mijn kant ontoereikend is om precies/volledig te zijn en dat ik daarmee iets concludeer dat niet juist blijkt te zijn. Ik dacht juist de genoemde cirkelformule te generaliseren maar ik maak er uit op dat dit het gevolg geeft dat ik het geen cirkel meer mag noemen. Dat lijkt me nogal belemmerend. Ik het gevoel dat mijn niet geheel formele aanpak misschien in de weg zit.
Ik denk dat je in dit laatste gelijk hebt. Opzich is je idee om de cirkelformule te generaliseren OK, alleen blijkt dat de termen die je daarvoor wilde gebruiken geen intrinsieke betekenis hadden in het algemene geval. Dit heeft te maken met het feit dat je op een willekeurige ruimte meestal geen eenduidig coordinatenstelsel kan defineren (in deze zin is Rn een bijzonder geval). Het is daarom op z'n plaats om een formelere pak te gebuiken in termen van coordinaat onafhankelijke grootheden. (zoals afstand. De cirkelformule die jij wilde generaliseren bevat op een natuurlijk manier de afstandsfunctie voor het vlak, als deze naar een andere ruimte wil generaliseren is het het natuurlijkst om deze te vervangen met de afstandsfunctie van de nieuwe ruimte.)
Hier zeg je eigenlijk iets waar ik enige moeite mee heb omdat ik op geen enkele manier coordinaten gekwadrateerd heb. Naar mijn mening is een generieke ruimte juist bepaald door middel van getallen en niets anders.
Dit is denk ik waar de problemen ontstaan. In de wiskunde bestaat een generieke ruimte niet uit getallen. Abstract gezien is een ruimte niks anders dan een verzameling abstracte elementen (meestal punten genoemd) waarop een zeker structuur is aangebracht. Om van een ruimte te spreken wordt er meestal van uit gegaan dat er op z'n minst een topologie is aangebracht. (een structuur die aangeeft welke punten "bij elkaar in de buurt liggen") Verder wil je iets als een afstands structuur en dergelijken. Als je het wil hebben over n-dimensionale gekromde ruimte, dan licht het voor de hand om de stuctuur van een (differentieerbare) varieteit (manifold in het engels) aan te nemen. Dit betekend dat je oplegd dat de ruimt "lokaal" lijkt op R^n en dat je een lokaal hoek en afstands begrip (metriek) aan brengt.

Ik vind mijn visie niet beperkend. . .het laat me juist vrij om er al naar gelang ik er behoefte aan heb voor praktische zaken er andere wiskundige elementen aan te hangen. Indien ik [1] niet aan beperkingen blootstel kan deze relatie in elke ruimte gelden. Voor een 3d-ruimte op z=0 zal het evengoed gelden. Ik stelde zelfs dat het in een niet-euclidische ruimte zou gelden. De relatie [1] kan ook gelden als de ruimte als R5 gedefinieerd is. . .alle andere variabelen zijn 0. In een formele wiskundige discussie mag het misschien geen cirkel genoemd worden omdat die naam misschien exclusief voor het ons bekende "rondje" in een platte ruimte gebruikt mag worden. Dat kan ik accepteren.
[...]
Ik kan hiermee instemmen indien er binnen de cirkel ruimte is om er iets over te zeggen. Als die ruimte niet bestaat kan er niets over gezegd worden (een belangrijke richtlijn in de wetenschap)....
Als je het wil hebben over een 2-dimensionale ruimte, is het beter om het te hebben over een ruimte zonder rand, anders bevat je ruimte ook punten die geen echte twee dimensionale omgeving hebben. Overigens kan je het ook hebben over ruimte met rand. Ook dan zegt de stelling van Stokes iets over de (nog) niet bestaande ruimte "buiten" de rand. Dat wil zeggen hij legt beperkingen op aan wat je allemaal (op een fatsoenlijke manier) aan de rand kan "plakken".
[...]
Voor dit voorbeeld lijkt het mij duidelijk dat er ook geen sprake kan zijn van krom zijn dan wel vlak zijn van de set (x,y). . .er bestaat buiten de set (x,y) niets om dit te kunnen vaststellen. . . .
Hier sla je de spijker op zijn kop. Als je alleen naar de verzameling zelf kijk is er niks te zeggen over krom of vlak. (dit geld hier dubbel omdat de set 1 dimensionaal is en er in 1d nooit spraken kan zijn van kromming) Zodra je daarover wel iets wil gaan zeggen dan moet je gaan kijken hoe de set in de ruimte ligt. (we hadden het immers over cirkels in 2d ruimten) Zodra je dan uispraken gaat doen over het al dan niet krom zijn zeg je meteen ook iets over de omliggende ruimte!
[...]
Dat is zonder meer duidelijk en nuttig om te gaan doen. Tijd heb ik er wel voor!
Ik heb er over na gedacht en misschien is het makelijker om een goed boek over ART te pakken. Deze behandelen differentiaal meetkunde meestal op een manier die net een tikje minder wiskundig anaal is. (Hoe erg ik ook van wiskunde houdt, ik weet dat ze voor de meeste mensen soms net een tikje te veel mierenneuken over details die niet per se relevant zijn.)
Een favoriet boek van mij is:
Spacetime and Geometry van Sean Carroll website
(De website bevat trouwens de lecture notes waar het boek op gebseerd is, dus die kan je gewoon downloaden.)
Het is goed leesbaar en wiskundig redelijk nauwkeurig en daar waar kantjes gesneden worden wordt dat duidelijk vermeld met verwijzing naar literatuur. De relevante hoofdstukken zijn 1t/m 3. (maar als je eenmaal zover bent kan je net zo goed verder lezen en gelijk leren waar ART precies overgaat de basis daarvoor heb je dan toch al gelegd.)
Je stelling dat in een 7d-ruimte 21 onafhankelijke rotaties te definiëren zijn is me niet duidelijk. . .”7 boven 2” verklaart niet het getal 21. . .tenzij je bedoeld (2x7 +7)maar ik vraag je niet dit te verklaren (een brug te ver voor me: ik kan geen 7d-ruimte voorstellen). Ik heb er niet verder over nagedacht. Als ik er over nadenk is het wel aannemelijk dat deze rotaties niet eenvoudigweg gelijk zijn aan het aantal dimensies. In een 2d-ruimte is er ook maar 1 rotatie.
Het aantal rotaties is gelijk aan het aantal (orthogonale) vlakken dat je kan maken. In vlak wordt gedefineerd door twee (verschillende) vectoren. Dus in een n-dimensionale ruimte wordt het aantal vlakken (en rotaties) gegegeven door n(n-1)/2 = n!/((n-2)!2!) = (n boven 2) (binominaal coefficient). Best simpel eigenlijk.
Bedankt voor je zeer gedetailleerde opmerkingen en toelichtingen. Het onderwerp laat je duidelijk ook niet koud:-)
Daarom maak ik er ook mijn vaak van. (enig sinds)

  • Guillome
  • Registratie: Januari 2001
  • Niet online

Guillome

test

Allemaal hele wiskundige en wetenschappelijke benaderingen. Ik denk anders :) Ik denk het volgende:

Stel:
1 D Je hebt 1 lijntje, waar je eigelijk in zit. Dan kan je alleen maar voor en achteruit. Totdat je bij het einde komt. Hoe lang je het lijntje ook maakt, er komt hoe dan ook een einde.

#n1 Nu buig je dat lijntje zo om zodat de 2 uiteinden aanelkaar komen. Nu is het een oneindig lang lijntje, dus je kan oneindig lang voor- of achteruit. Alleen, je komt dan wel op het zelfde punt uit.

2D Nu ga je van dat 1 dimensionale rondje een 2D rondje maken, je gebruikt nu de oppervlakte binnen de lijntjes zeg maar. Dus dan zit je in die oppervlakte. Dat betekend dat je nu ook naar links en naar rechts kan.
Maar weer komt er sowieso een einde. Hoe groot die circel ook is, er komt een einde aan.

#n2 Nou gaan we alle uiteinden van die cirkel ( of een ander 2D figuur ) aanelkaar plakken zodat we een bol krijgen, maar we blijven alleen in de 2-D 'wereld' dus alleen in die oppervlakte
Dat betekend dat je oneindig lang door kan gaan zonder een einde tegen te komen. Maar je komt wel op het zelfde punt uit. Nu gaan we er een 3D bol van maken.

3D Ok, nu gaan we de ruimte in die 2-D bol gebruiken. Dat betekend dat je nu ook naar boven en naar onderen kan.
Nu is het weer zo, hoe groot die bol ook is, je komt hoe dan ook ooit bij de 'wand'.

4D Als er op een een of andere manier die (lees: een) 3D figuur op dezelfde manier verder gevouwd zou worden, zou het betekenen dat we in deze 3D wereld oneindig ver kunnen reizen in het universum, alleen......je komt steeds op dezelfde plek uit.

Dus net als in stap #n1 en in stap #n2, gaan we deze wereld verder ombuigen, zonder dat we een extra dimensie (dus een richting) erbij krijgen.

Ik heb alleen geen idee hoe je zoiets zou kunnen voorstellen.

Maar nog een ander punt is:
Zie, wij geven danwel de benaming 1 D, 2 D en 3 D aan, en dan lijkt het logisch dat er ook een 4 D zou zijn, maar die naam hebben we zelf verzonnen.
Dus waarom zou er een 4e dimensie zijn?

If then else matters! - I5 12600KF, Asus Tuf GT501, Asus Tuf OC 3080, Asus Tuf Gaming H670 Pro, 48GB, Corsair RM850X PSU, SN850 1TB, Arctic Liquid Freezer 280, ASUS RT-AX1800U router


Verwijderd

Guillome schreef op woensdag 21 november 2007 @ 11:21:
Allemaal hele wiskundige en wetenschappelijke benaderingen. Ik denk anders :) Ik denk het volgende:

[...]

Maar nog een ander punt is:
Zie, wij geven danwel de benaming 1 D, 2 D en 3 D aan, en dan lijkt het logisch dat er ook een 4 D zou zijn, maar die naam hebben we zelf verzonnen.
Dus waarom zou er een 4e dimensie zijn?
Nou omdat de benamingen 1d, 2d 3d een wiskundige betekenis hebben. Op dezelfde manier hebben 4d, 5d, (n)d of zelfs oneindig-d een betekenis in de wiskunde. In deze zin bestaan ze in de wiskunde. (dat wil zeggen het is niet moeilijk om wiskundige objecten te verzinnen die deze eigenschap hebben.) De vraag is dan of de wereld zich laat beschrijven in termen van objecten met deze eigenschappen. Dit blijkt in sterke mate het geval te zijn. Fasenruimtes van klassiek mechanische systemen zijn vaak veel dimensionaal (hoewel bij meer dan pakweg tien de meest mensen berekenningen al snel aan computers over laten, maar de fase ruimte van een enkel deeltje is bijvoorbeeld al 6d! als het deeltje ook nog een orientatie heeft is dit zelfs 12d !) de toestand ruimten in quantum mechanica zijn vaak zelfs oneindig dimensionaal.

Een interessant vraag is of we de ruimte waarin wij leven ook met een meerdimensionaal object kunnen beschrijven. Op onze schaal lijkt dat niet te kunnen, maar een nauwkeuriger analyse laat zien dat het best mogelijk is om een hogerdimensionaal object te hebben dat op onze schaal 3d lijkt. Voor moderne theorieen als snaartheorie is het zelfs noodzakelijk dat de ruimte waarin wij leven zich als een 10d object laat omschrijven.

Verwijderd

Verwijderd schreef op dinsdag 20 november 2007 @ 10:35:

[getallen vs coordinaten]

Dit is denk ik waar de problemen ontstaan. In de wiskunde bestaat een generieke ruimte niet uit getallen. Abstract gezien is een ruimte niks anders dan een verzameling abstracte elementen (meestal punten genoemd) waarop een zeker structuur is aangebracht.
OK, nu zie ik dat we op een geheel verschillende manier het begrip “ruimte” beschouwen. Mijn getallen stelsel K,a,b, f(x,y) kan je als een fabriekje beschouwen om de getallen set (x,y) te produceren. De functie f(x,y) heeft een aantal afgeleiden (waaronder bijvoorbeeld het integraal van ds Int(ds)= Afstand. Deze verzameling van wiskundige relaties kan je als “bouwstenen” beschouwen waarmee je bepaalde structuren mee kan opzetten die je “ruimten” noemt en waar je concepten zoals topologie en dergelijke kan creëren zodat je een veel omvangrijkere wiskundige realiteit in handen hebt (waar veel meer over te zeggen is dan over de datset(x,y). . . .met een stapel bakstenen en wat cement kan je heel wat verschillende huizen bouwen.

Als voorbeeld van jou visie kan ik met de dataset (x,y) diverse verschillende ruimten creëren en de kwaliteiten/kenmerken van die ruimten komen niet uit de dataset (x,y) maar zijn afhankelijk van hoe wij. . .de scheppers. . . de getallen in een bepaalde samenhang structuur geven. Vanuit deze structuur kan je dus weer nieuw zaken definiëren, zoals een oppervlak en kromming er van. Logisch dus dat met alleen een dataset er geen sprake is van een vlakke of kromme ruimte. Deze bijgeschaafde visie lijkt met die van overeen te komen. Ik vind het eigenlijk wel nuttig om het zo te bekijken. Met deze onderscheiding tussen een dataset (x,y) en een specifieke ruimte is het ook duidelijk dat voor de dataset

K=(x-a)2+(y-b)2. . . . .[1]

er geen sprake is van bijv. een straal, middelpunt en oppervlak. Pas als er een “ruimte” gebouwd heb met een assenstelsel kan je een straal defileren van de rand naar het middelpunt en iets over het oppervlak zeggen. Correct?
Als je het wil hebben over een 2-dimensionale ruimte, is het beter om het te hebben over een ruimte zonder rand, anders bevat je ruimte ook punten die geen echte twee dimensionale omgeving hebben. Overigens kan je het ook hebben over ruimte met rand. Ook dan zegt de stelling van Stokes iets over de (nog) niet bestaande ruimte "buiten" de rand. Dat wil zeggen hij legt beperkingen op aan wat je allemaal (op een fatsoenlijke manier) aan de rand kan "plakken".
De specifieke betekenis hiervan gaat over mijn hoofd. Misschien is een voorbeeld dat ik eerder aanhaalde goed om dit te verklaren. Ik heb (1) een cilindrische 2d-ruimte zonder gaten. De x-as ligt longitudinaal en de y-as gaat als een cirkel rond. . .interessant feit is hier dat de y coördinaten periodiek zijn net zoals een rotatie in het Euclidische xy-vlak. De relatie [1] kan in deze ruimte gestalte krijgen. Op de locatie (a,b) ontstaat de dataset (x,y). Vanuit een geometrische kijk is dit een cirkel die in het kromme oppervlak ligt en binnen de cirkel is er dus ook sprake van een staal, middelpunt en oppervak waar je met allerlei wiskundig gereedschap er iets over kan zeggen: o.a. het oppervlak heeft een krommingradius die door de ruimte bepaald wordt; de straal heeft lengte K1/2; het center is coördinaat (a,b). Ik zou de lijn met coördinaten (x,y) een cirkel noemen omdat het aan de kenmerken van een cirkel voldoet. Als formeel dat niet gedaan wordt hoe noemt men deze figuur dan in de formele wiskunde?

Stel nu dat een tweede 2d-cilindrische ruimte (2) word gedefinieerd op de manier van (1) maar dat de dataset (x,y) geen ruimte omsluit. . .alle coördinaten die in ruimte (1) binnen de cirkel liggen bestaan niet. . .ze zijn uitgesloten van de ruimte(een “gat”). Het is dus onmogelijk om er iets over te zeggen. . .dat is de essentie van mijn vorige verhaal. Ik stel dat in (2) er binnen de cirkel geen oppervlak bestaat, er geen straal bestaat, en er geen middelpunt bestaat en dat Stokes, of wie dan ook, alleen maar iets kan concluderen over de ruimte dat wel bestaat. . .dus de coördinaten buiten de cirkel waarvoor

K=< (x-a)2+(y-b)2. . . . .[2]

van toepassing is. Ik stel hier dat de figuur dat we in (1) een cirkel noemen ook in (2) een cirkel genoemd kan worden.Hoe zou je met de stelling van Stokes iets kunnen doen als er geen coördinaten zijn? Is dat niet het zelfde als het feit dat je met de stelling van Stokes niets kan doen als je alleen maar een tabel met getallen hebt?

Om dit nader te beschrijven kan ik in het “gat” in (2) een willekeurig krom en zelfs niet-lineair oppervlak creëren zodat er (3,4,5. . . .n-à∞) ruimten ontstaan. . .een membraan er in gooien en dat membraan willekeurig vervormen (als metafoor). Zodra dit gedaan is kan het oppervlak geanalyseerd worden. Hier kom ik terug op mijn conclusie dat de begrippen “straal” en “middelpunt” hun conventionele betekenis verliezen zodat er oneindig veel stralen en oneindig veel middelpunten kunnen zijn en oneindig veel ruimten. Hieruit ontstaat mijn conclusie dat niet voor elke cirkel (of elke andere figuur) de stelling van Stokes (of van wie dan ook) van toepassing is.

Je suggestie om deze link te gaan bekijken zal ik opvolgen. Bedankt!

website


[rotaties in nd-ruimte]
Het aantal rotaties is gelijk aan het aantal (orthogonale) vlakken dat je kan maken. In vlak wordt gedefinieerd door twee (verschillende) vectoren. Dus in een n-dimensionale ruimte wordt het aantal vlakken (en rotaties) gegeven door n(n-1)/2 = n!/((n-2)!2!) = (n boven 2) (binominaal coefficient). Best simpel eigenlijk.
Ja, als je het analyseert is het eenvoudig om op je vingers uit te tellen. . .met 4 vingers een assenstelsel maken geeft 6 vlakken, maar het vinden van de formule er voor is weer een stap verder! Mijn opmerking over die 7 vlakken voor de 7d-ruimte was een kardinale fout O+ (zo maar iets aannemen zonder het te testen of te verifiëren).

Voorlopig ben ik even uitgepraat.
:z

Verwijderd

Verwijderd schreef op donderdag 22 november 2007 @ 03:35:
[...]
De specifieke betekenis hiervan gaat over mijn hoofd. Misschien is een voorbeeld dat ik eerder aanhaalde goed om dit te verklaren. Ik heb (1) een cilindrische 2d-ruimte zonder gaten. De x-as ligt longitudinaal en de y-as gaat als een cirkel rond. . .interessant feit is hier dat de y coördinaten periodiek zijn net zoals een rotatie in het Euclidische xy-vlak. De relatie [1] kan in deze ruimte gestalte krijgen. Op de locatie (a,b) ontstaat de dataset (x,y). Vanuit een geometrische kijk is dit een cirkel die in het kromme oppervlak ligt en binnen de cirkel is er dus ook sprake van een staal, middelpunt en oppervak waar je met allerlei wiskundig gereedschap er iets over kan zeggen: o.a. het oppervlak heeft een krommingradius die door de ruimte bepaald wordt; de straal heeft lengte K1/2; het center is coördinaat (a,b). Ik zou de lijn met coördinaten (x,y) een cirkel noemen omdat het aan de kenmerken van een cirkel voldoet. Als formeel dat niet gedaan wordt hoe noemt men deze figuur dan in de formele wiskunde?
Dit is op zich wel een goed voorbeeld om uit te leggen wat er misgaat met jouw "definitie". Het probleem zit in het feit dat je y-coördinaat periodiek is. Of te wel voor een gegeven punt is de y-coördinaat slecht bepaald modulo een veelvoud van de omtrek van de cilinder. Dit betekend dat ook (y-b)2 niet eenduidig is bepaald. Relatie [1] defineert daarmee niet eenduidig een verzameling getallen (x,y). Hier is in dit geval nog wel een mouw aan te passen door de definitie van (x,y) aan te passen zodat alle punt (x,y) waarvoor een waarde van y voldoet aan [1] tot de set behoren. Dit heeft echter tot gevolg dat als K1/2 voldoende groot is ten opzichte van de straal van de cilinder, de set meerdere losse "takken" heeft. Dit kan nog, maar het is niet zeker dat je het ook een cirkel wil noemen. (Ook bij de reguliere definitie van cirkel heeft een cirkel op een cilinder bij voldoende straal twee takken, maar altijd ten hoogste twee) Voor kleine waarden van K komt jouw definitie overeen met regulier definitie van cirkel en kan je het dus inderdaad een cirkel noemen.

In dit geval waren de problemen nog te overzien. Dit vooral omdat er een surjectieve (onto) afbeelding bestaat van het vlak naar de cilinder die lokaal injectief (1 to 1) is. Dit is bijzonder voor een cilinder voor ingewikkeldere ruimtes kan je hier niet op rekenen. (op een bol of torus kom je waarschijnlijk ook nog een heel eind, maar er zijn ook ruimtes waar dit echt niet lukt, of alleen maar lokaal, dat wil zeggen voor kleine waardes van K)

(Een ander probleem is dat jouw definitie afhankelijk is van het gekozen coordinaten stelsel op de cilinder. Een andere definitie zou andere cirkels op leveren.)
Stel nu dat een tweede 2d-cilindrische ruimte (2) word gedefinieerd op de manier van (1) maar dat de dataset (x,y) geen ruimte omsluit. . .alle coördinaten die in ruimte (1) binnen de cirkel liggen bestaan niet. . .ze zijn uitgesloten van de ruimte(een “gat”). Het is dus onmogelijk om er iets over te zeggen. . .

Hoe zou je met de stelling van Stokes iets kunnen doen als er geen coördinaten zijn? Is dat niet het zelfde als het feit dat je met de stelling van Stokes niets kan doen als je alleen maar een tabel met getallen hebt?

Om dit nader te beschrijven kan ik in het “gat” in (2) een willekeurig krom en zelfs niet-lineair oppervlak creëren zodat er (3,4,5. . . .n-à∞) ruimten ontstaan. . .een membraan er in gooien en dat membraan willekeurig vervormen (als metafoor)...
De essentie is het volgende. Als je jouw "membraan" in de cirkel gaat plakken ga ik ervan uit dat je dit op een gladde manier doet. (Dat wil zeggen op een manier compatible is met omliggende geometrie.) Je wil niet dat er ergens een knik je 2d ruimte zit. (ik durf zelfs te beweren dat de ruimte dan niet echt 2d is, in de zin die wij willen. Net als dat een ruimte met rand niet echt 2d kan zijn.) We nemen even aan dat dit membraan enkelvoudig samenhangend is (zelf geen gaten meer heeft), dan is op de nieuwe ruimte de stelling van stokes in volle glorie van kracht. Aangezien de ene kant van de stelling van stokes alleen afhangt van de geometrie op (voormalige) rand en de andere kant iets zegt over de geometrie van het membraan, legt de stelling van stokes een beperking op de mogelijke membranen die je op een gladde manier in de cirkel kan plakken. Anders bekeken zegt de stelling van Stokes iets over alle mogelijke ruimten die het "gat" opvallen. Specifiek wordt de gemiddelde kromming van het membraan vast gelegd. (Je heb gelijk dat deze niks zegt over een eventuele straal of middelpunt)

Verwijderd

Verwijderd schreef op donderdag 22 november 2007 @ 11:12:
[...]
Dit is op zich wel een goed voorbeeld om uit te leggen wat er misgaat met jouw "definitie". Het probleem zit in het feit dat je y-coördinaat periodiek is. Of te wel voor een gegeven punt is de y-coördinaat slecht bepaald modulo een veelvoud van de omtrek van de cilinder. Dit betekend dat ook (y-b)2 niet eenduidig is bepaald. Relatie [1] defineert daarmee niet eenduidig een verzameling getallen (x,y). Hier is in dit geval nog wel een mouw aan te passen door de definitie van (x,y) aan te passen zodat alle punt (x,y) waarvoor een waarde van y voldoet aan [1] tot de set behoren. Dit heeft echter tot gevolg dat als K1/2 voldoende groot is ten opzichte van de straal van de cilinder, de set meerdere losse "takken" heeft.
Inderdaad, zoiets had ik wel voorzien maar de implicaties er van t.a.z.v. de naam cirkel heb ik hier niet verder onderzocht(foute aanpak, geeft ik toe!). Als K1/2 groeit krijg je op een gegeven y-waarde een situatie waarin de top van de cirkel de onderkant raakt en de “cirkel” zich zelf gaat overlappen. . .Ik snap wat je bedoeld! Als je de "cirkel" verder laat groeien moet je met deze overlap rekening houden en het periodieke aspect er van op een manier behandelen zoals we voor andere periodieke relaties doen.
Dit kan nog, maar het is niet zeker dat je het ook een cirkel wil noemen.
Wel, je hebt me overtuigd dat mijn cirkel een beetje in duigen valt als het groeit, maar als we een grote pannekoek op een stokje rollen blijft het ook een pannekoek, toch?
(Ook bij de reguliere definitie van cirkel heeft een cirkel op een cilinder bij voldoende straal twee takken, maar altijd ten hoogste twee) Voor kleine waarden van K komt jouw definitie overeen met regulier definitie van cirkel en kan je het dus inderdaad een cirkel noemen.

. . . . .

(Een ander probleem is dat jouw definitie afhankelijk is van het gekozen coordinaten stelsel op de cilinder. Een andere definitie zou andere cirkels op leveren.)
Het is duidelijk dat er in het voor mij onbekend grasveld vele addertjes zitten die mijn stellingen om zeep helpen :+

[het gat vullen met een membraan]
De essentie is het volgende. Als je jouw "membraan" in de cirkel gaat plakken ga ik ervan uit dat je dit op een gladde manier doet. (Dat wil zeggen op een manier compatible is met omliggende geometrie.) Je wil niet dat er ergens een knik je 2d ruimte zit. (ik durf zelfs te beweren dat de ruimte dan niet echt 2d is, in de zin die wij willen. Net als dat een ruimte met rand niet echt 2d kan zijn.) We nemen even aan dat dit membraan enkelvoudig samenhangend is (zelf geen gaten meer heeft), dan is op de nieuwe ruimte de stelling van stokes in volle glorie van kracht. Aangezien de ene kant van de stelling van stokes alleen afhangt van de geometrie op (voormalige) rand en de andere kant iets zegt over de geometrie van het membraan, legt de stelling van stokes een beperking op de mogelijke membranen die je op een gladde manier in de cirkel kan plakken. Anders bekeken zegt de stelling van Stokes iets over alle mogelijke ruimten die het "gat" opvallen. Specifiek wordt de gemiddelde kromming van het membraan vast gelegd. (Je heb gelijk dat deze niks zegt over een eventuele straal of middelpunt)
Ik weet wat je bedoeld: om de overgang van de cilinder naar de vulling in het "gat" glad te laten verlopen maakt het toegankelijk voor differentiatie, maar het is niet verboden om een knik te gebruiken als we dat zouden willen doen.. . .ik geef toe dat de ruimtes dan eigen los van elkaar zijn ook als ze bepaald coördinaten gemeen hebben.

Ik maak er uit op dat een knik-rand tussen de cilindrische ruimte. . .bijvoorbeeld een andere cilindrische ruimte die er "aangelast" wordt. . .die andere ruimte ontoegankelijk maakt voor analyse vanuit de eerste ruimte. In deze zin zou je als metafoor kunnen zeggen dat zolang de overgang glad is kan je van de ene naar de ander ruimte kunt lopen maar als er een knik in zit zou er een onoverkomelijke barrière zijn die niet te overbruggen is met het gereedschap ter beschikking.

Ik word per seconde wijzer!

  • daft_dutch
  • Registratie: December 2003
  • Laatst online: 02-12 20:33

daft_dutch

>.< >.< >.< >.<

tijd is ook een dimensie.
en geloof in hemel en hel ook :)

>.< >.< >.< >.<


  • MicroWhale
  • Registratie: Februari 2000
  • Laatst online: 20-12 14:25

MicroWhale

The problem is choice

:o Het zijn ook van die lange teksten.
Verwijderd schreef op donderdag 15 november 2007 @ 09:25:
De ruimte van alle mogelijke "keuzes" is oneindig dimensionaal. (Of op z'n minst heel erg groot dimensiaal, afhankelijk wat je precies bedoelt met keus.)
De dimensie "keuze" is wellicht wel groot, maar blijft één dimensie. Bovendien wordt hij verkleind door de keuzes die je al gemaakt hebt. De uitleg van de "invention as a child" illustreert dit. In de dimensie erboven heb je ook nog eens "alle keuzes die je niet hebt gemaakt" erbij, zodat je in die dimensie toch bij keuzes kan komen die je niet gemaakt hebt.

[ Voor 20% gewijzigd door MicroWhale op 23-11-2007 13:48 ]

Het enige belangrijke is dat je vandaag altijd rijker bent dan gisteren. Als dat niet in centen is, dan wel in ervaring.


Verwijderd

MrWilliams schreef op vrijdag 23 november 2007 @ 13:46:
[...]


De dimensie "keuze" is wellicht wel groot, maar blijft één dimensie. Bovendien wordt hij verkleind door de keuzes die je al gemaakt hebt. De uitleg van de "invention as a child" illustreert dit. In de dimensie erboven heb je ook nog eens "alle keuzes die je niet hebt gemaakt" erbij, zodat je in die dimensie toch bij keuzes kan komen die je niet gemaakt hebt.
"keuze" is geen dimensie, maar een woord. Zwets niet zo.

  • mux
  • Registratie: Januari 2007
  • Laatst online: 19-11 16:51

mux

99% efficient!

Tijd is een entropische dimensie, oftewel, het is geen echte dimensie omdat het maar één richtingsmogelijkeid en één snelheid heeft. Tijd is beter gezegd een onafhankelijke eigenschap van ruimtelijke dimensies.

Theoretisch is het bijvoorbeeld mogelijjk om hyperkubussen te tekenen als vierde dimensie en dan kleuren te gebruiken voor de voorstelling van een vijfde dimensie. Als je verder wilt gaan is het toch echt makkelijker om over te gaan op een mathematisch model :+

Verwijderd

ssj3gohan schreef op zondag 25 november 2007 @ 14:09:
Tijd is een entropische dimensie, oftewel, het is geen echte dimensie omdat het maar één richtingsmogelijkeid en één snelheid heeft. Tijd is beter gezegd een onafhankelijke eigenschap van ruimtelijke dimensies.
Dit laatste is pertinent niet waar. (als je me niet gelooft moet je maar eens gaan kijken naar Lorentz transformaties.) Desalniettemin is de rol van tijd anders dan die van de ruimtelijke dimensies. Het is echter heel natuurlijk om van vier dimensionale ruimtetijd te spreken.

  • mux
  • Registratie: Januari 2007
  • Laatst online: 19-11 16:51

mux

99% efficient!

Ja, ik begrijp wat je zegt, maar volgens mij hadden we het over een voorstelling van dimensies. Dan is het lastig om het, zeker gezien historie deterministisch is en toekomst niet (in de huidige modellen), te hebben over vierdimensionale ruimtetijd in het casco van een rigide voorstelling.

(wiskundig trouwens ook, maar daar schend je pas in hele fundamentele zaken, en dus niet voor de meeste praktische toepassingen, entropiewetten).

Verwijderd

ssj3gohan schreef op zondag 25 november 2007 @ 22:00:
Ja, ik begrijp wat je zegt, maar volgens mij hadden we het over een voorstelling van dimensies. Dan is het lastig om het, zeker gezien historie deterministisch is en toekomst niet (in de huidige modellen),
Volgens welke modellen precies? Want kwantum mechanica zegt in ieder geval helemaal niets over het wel of niet deterministisch zijn van de natuur. Als je gelooft in decoherentie is de natuur bijvoorbeeld perfect deterministisch!

De meest succesvolle theorieën die we hebben (kwantumveldentheorieen en ART) behandelen ruimte en tijd zelfs vrij expliciet als vormend een vier dimensionale ruimte-tijd. De samenhang van deze twee begrippen vormt een essentieel onderdeel van deze theorieën. Het "mysterie" van de richting van tijd wordt in deze context gewoon de vraag waarom tijdachtige geodeten een voorkeursrichting hebben.

[ Voor 11% gewijzigd door Verwijderd op 26-11-2007 15:30 ]


  • mux
  • Registratie: Januari 2007
  • Laatst online: 19-11 16:51

mux

99% efficient!

Heb je lectuur voor mij? Ik volg je nu niet meer met mijn ingenieurskennis... (iedereen weet dat ingenieurs geen echte wetenschappers zijn)

Verwijderd

ssj3gohan schreef op maandag 26 november 2007 @ 15:26:
Heb je lectuur voor mij? Ik volg je nu niet meer met mijn ingenieurskennis... (iedereen weet dat ingenieurs geen echte wetenschappers zijn)
De link die ik eerder aan Vortex2 gaf is een goed boek over ART, dat is al een heel goed begin. (Staat ook wel wat over veldentheorie in.) Voor kwantumvelden weet ik niet zo snel een makkelijk toegankelijke bron. (fysici doen hier altijd een beetje moeilijk over, misschien is het dat gewoon wel.)

  • MicroWhale
  • Registratie: Februari 2000
  • Laatst online: 20-12 14:25

MicroWhale

The problem is choice

Verwijderd schreef op zaterdag 24 november 2007 @ 21:37:
[...]

"keuze" is geen dimensie, maar een woord. Zwets niet zo.
Goede onderbouwing. Waarom zou dit niet zo kunnen zijn? Ik ben blij dat je me dat vertelt, dan snap ik wellicht beter welk beeld van de wereld jij hebt.

Het enige belangrijke is dat je vandaag altijd rijker bent dan gisteren. Als dat niet in centen is, dan wel in ervaring.


Verwijderd

MrWilliams schreef op donderdag 29 november 2007 @ 16:52:
[...]


Goede onderbouwing. Waarom zou dit niet zo kunnen zijn? Ik ben blij dat je me dat vertelt, dan snap ik wellicht beter welk beeld van de wereld jij hebt.
"Keuze is een dimensie" is een uit spraak die getuigd van weinig begrip van de term dimensie. (Overigens zijn: "tijd is een dimensie" (tenzij je hier dimensie in de betekennis "afmeting" bedoelt)en "ruimte is een dimensie" dat ook al) De uitspraak is volkomen betkennisloos. Je kan eventuele spreken over "de ruimte van alle keuzes" en je afvragen hoeveel dimensies die heeft. Het is echter evident dat deze ruimte zeker niet eendimensionaal is (in dat geval zal "keuze is een dimensie" nog zijdelings een zinnige uitspraak zijn).
Als je absurdistisch wil doen zou je product van de ruimtetijd met deze ruimte kunnen bekijken, maar daartoe zie ik geen enkele reden toe.

  • MicroWhale
  • Registratie: Februari 2000
  • Laatst online: 20-12 14:25

MicroWhale

The problem is choice

Dimensie is dan misschien een verkeerd woord.... Ik zie het als volgt. Als je ergens wilt komen (bij je doel), zul je je door een aantal vlakken moeten bewegen. Dit zijn: de ruimte waardoor wij ons bewegen, waarbij noodgedwongen ook tijd passeert (volgens onze tijdmeetlat) en we de juiste keuzes moeten maken (oorzaak-gevolg naar je hand zetten) om het doel daadwerkelijk te bereiken. Of je dit dimensies noemt of niet, je beweegt er elke dag doorheen. In 99,9% van de gevallen met succes.

Het enige belangrijke is dat je vandaag altijd rijker bent dan gisteren. Als dat niet in centen is, dan wel in ervaring.

Pagina: 1