Als wetenschapper verwondering ik mij soms over de enorme bedragen die de samenleving over heeft om mij en mijn collega's hun curiositeit te laten bevredigen.
Als extreem voorbeeld noem ik hiervoor de bouw van de Large Hadron Collider (LHC) bij het CERN in Geneve. (zie bijvoorbeeld de wetenschapsbijlage van het NRC van zaterdag 15 sept. of wikipedia) Aan dit project werken zo'n 7000 fysici (ongeveer de helft van alle hoge energie fysici in de wereld!). De kosten van de bouw alleen bedragen al ongeveer 2 miljard euro. Dit zijn alleen nog de bouw kosten. Erbij komen ook nog eens de ontwikkeling en bouw van de detectoren (ATLAS, CMS, LHCb, ALICE) (+/- 1 miljard?), de operatie kosten van het apparaat (het ding vreet evenveel stroom als een hele stad), kosten van diverse onderzoeken uitgevoerd met de LHC (cd. de salarissen van de wetenschappers). Of te wel om een lang verhaal kort te maken: Het ding kost bijzonder veel tijd en moeite. En wat krijgt de samenleving hiervoor terug? Waarschijnlijk alleen maar de wetenschap of het Higgs-deeltje inderdaad bestaat en daarmee de bevesting dat een theorie, die toe nu toe op alle mogelijke fronten ongekend succesvol is geweest, erg dicht in de buurt van de waarheid zit. De kans dat deze ontdekking enige impact op technologische ontwikkeling zal hebben is niet erg groot.
Andere voorbeelden van geld vretende projecten die maar beperkt practisch nut hebben voor de samenleving (buiten het bevredigen van curiositeit) zijn dingen als de zoektocht naar exoplaneten, onderzoek naar de expansie van het heelal. Eigenlijk een erg groot deel van astronomisch onderzoek en bepaalde delen van het theoretisch onderzoek. In deze laatste categorie zou mogelijk het hele onderzoek naar snaartheorie en kwantumzwaartekracht (mijn tak van sport) kunnen plaatsen.
Nu zal ik de laatste zijn om te zeggen dat we deze uitgaven niet moeten doen (het voorziet in mijn levensonderhoud.) Er zijn zelfs goed argumenten om ze wel te doen. Een belangrijke hierbij is dat we nooit kunnen voorspellen welke van deze onderzoeken we grote (technologische) gevolgen gaan hebben. Bij het vroege onderzoek naar quantummechanica, wist men ook niet dat dit zou leiden tot halfgeleiders en lasers, beide onmisbaar in moderne technologie. Ook is de curiositeit dienen op een bepaalde manier nuttig. (anders zouden we met heel veel wetenschap gelijk op kunnen houden, denk aan archeologie, etc.)
Toch vraag ik mij af, bereiken we hierbij niet op een gegeven moment een grens? Hoeveel is onze curiositeit ons eigenlijk waard? LHC kost zo'n tien keer zo veel als de Tevatron (de grootste versneller tot nu toe). Zullen we ooit nog een grotere versneller bouwen, die misschien nogmaals 10x zo duur is? Of is dan die grens echt berijkt?
Als extreem voorbeeld noem ik hiervoor de bouw van de Large Hadron Collider (LHC) bij het CERN in Geneve. (zie bijvoorbeeld de wetenschapsbijlage van het NRC van zaterdag 15 sept. of wikipedia) Aan dit project werken zo'n 7000 fysici (ongeveer de helft van alle hoge energie fysici in de wereld!). De kosten van de bouw alleen bedragen al ongeveer 2 miljard euro. Dit zijn alleen nog de bouw kosten. Erbij komen ook nog eens de ontwikkeling en bouw van de detectoren (ATLAS, CMS, LHCb, ALICE) (+/- 1 miljard?), de operatie kosten van het apparaat (het ding vreet evenveel stroom als een hele stad), kosten van diverse onderzoeken uitgevoerd met de LHC (cd. de salarissen van de wetenschappers). Of te wel om een lang verhaal kort te maken: Het ding kost bijzonder veel tijd en moeite. En wat krijgt de samenleving hiervoor terug? Waarschijnlijk alleen maar de wetenschap of het Higgs-deeltje inderdaad bestaat en daarmee de bevesting dat een theorie, die toe nu toe op alle mogelijke fronten ongekend succesvol is geweest, erg dicht in de buurt van de waarheid zit. De kans dat deze ontdekking enige impact op technologische ontwikkeling zal hebben is niet erg groot.
Andere voorbeelden van geld vretende projecten die maar beperkt practisch nut hebben voor de samenleving (buiten het bevredigen van curiositeit) zijn dingen als de zoektocht naar exoplaneten, onderzoek naar de expansie van het heelal. Eigenlijk een erg groot deel van astronomisch onderzoek en bepaalde delen van het theoretisch onderzoek. In deze laatste categorie zou mogelijk het hele onderzoek naar snaartheorie en kwantumzwaartekracht (mijn tak van sport) kunnen plaatsen.
Nu zal ik de laatste zijn om te zeggen dat we deze uitgaven niet moeten doen (het voorziet in mijn levensonderhoud.) Er zijn zelfs goed argumenten om ze wel te doen. Een belangrijke hierbij is dat we nooit kunnen voorspellen welke van deze onderzoeken we grote (technologische) gevolgen gaan hebben. Bij het vroege onderzoek naar quantummechanica, wist men ook niet dat dit zou leiden tot halfgeleiders en lasers, beide onmisbaar in moderne technologie. Ook is de curiositeit dienen op een bepaalde manier nuttig. (anders zouden we met heel veel wetenschap gelijk op kunnen houden, denk aan archeologie, etc.)
Toch vraag ik mij af, bereiken we hierbij niet op een gegeven moment een grens? Hoeveel is onze curiositeit ons eigenlijk waard? LHC kost zo'n tien keer zo veel als de Tevatron (de grootste versneller tot nu toe). Zullen we ooit nog een grotere versneller bouwen, die misschien nogmaals 10x zo duur is? Of is dan die grens echt berijkt?