Hey ik heb een vraagje over Dynamisch programmeren.
Twee spelers A en B spelen een serie wedstrijden tot dat één van hen n wedstrijden heeft gewonnen.
Neem aan dat de kans dat A een wedstrijd wint gelijk is aan p. (dus de kans dat B een wedstrijd wint is q=1-p). Laat P(i, j) de kans dat A de serie wint als A nog i wedstrijden moet winnen en B nog j wedstrijden moet winnen.
Vind een recurrente betrekking voor P(i, j) die je kunt gebruiken bij dynamisch programmeren.
meer uitleg:
stel bijv dat n=10. Dus als A als eerst 10 wedstrijden wint dan is hij de winnaar.
P(2,4) betekent de kans dat A is de winnaar als A nog 2 wedstrijden moet winnen en B nog 4 wedstrijden moet winnen.
Twee spelers A en B spelen een serie wedstrijden tot dat één van hen n wedstrijden heeft gewonnen.
Neem aan dat de kans dat A een wedstrijd wint gelijk is aan p. (dus de kans dat B een wedstrijd wint is q=1-p). Laat P(i, j) de kans dat A de serie wint als A nog i wedstrijden moet winnen en B nog j wedstrijden moet winnen.
Vind een recurrente betrekking voor P(i, j) die je kunt gebruiken bij dynamisch programmeren.
meer uitleg:
stel bijv dat n=10. Dus als A als eerst 10 wedstrijden wint dan is hij de winnaar.
P(2,4) betekent de kans dat A is de winnaar als A nog 2 wedstrijden moet winnen en B nog 4 wedstrijden moet winnen.