Wellicht interressant stukje leesvoer van de toekomstige FAQ
De Wet werk en bijstand
De Wet Werk en Bijstand, ook wel bijstandswet genoemd, is het sluitstuk van de Nederlandse sociale zekerheid. In principe heeft iedereen die legaal in Nederland verblijft recht op bijstand wanneer hij niet in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien.
Art. 11 lid 1 WWB:
Iedere Nederlander die hier te lande in zodanige omstandigheden verkeert of dreigt te geraken dat hij niet over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, heeft recht op bijstand van overheidswege.
Omdat er binnen de WWB veel ruimte is gelaten voor een lokale invulling, zal iedere gemeente net iets anders werken. Hierdoor ontstaan er kleine verschillen per gemeente.
Bij de Wet werk en bijstand geldt het principe: werk gaat voorop, is dat niet mogelijk dan is ondersteuning d.m.v. geld mogelijk. In de praktijk zal dit betekenen dat een bijstandsgerechtigde alles zal moeten doen om aan het werk te komen. Ook is het mogelijk dat de gemeente al binnen een paar dagen werk voor de aanvrager heeft wat geaccepteerd moet worden. Denk hierbij aan eenvoudig productiewerk, papierprikken in het park etc. Wie dit niet aanneemt zal zijn uitkering snel in rook zien opgaan.
De voorwaarden voor bijstand
1. De belangrijkste voorwaarde om bijstand te kunnen krijgen is hierboven al genoemd, je moet Nederlander zijn of daarmee gelijkgesteld en in Nederland verblijven. Er zijn een paar groepen die uitgesloten zijn van bijstand. Dit zijn gedetineerden en mensen jonger dan 18 jaar. Let wel, in zeer bijzondere situaties is hiervan af te wijken. De bijstand is een wet waarbij op individueel niveau moet worden vastgesteld waar iemand recht op heeft, zodoende kunnen er zich bijzondere uitzonderingen voordoen.
2. Je moet ingeschreven staat als werkzoekende bij het CWI. Via
www.werk.nl kun je jezelf inschrijven als werkzoekende.
3. Het vermogen mag niet te hoog zijn. Voor alleenstaanden gelden andere regels dan voor gehuwden en alleenstaande ouders. De actuele vermogensgrens kun je vinden in art. 34 lid 3 WWB. Per 1-7-2006 gelden de volgende vermogensgrenzen:
Alleenstaande: € 5180,-
Alleenstaand ouder: € 10360,-
Gehuwden: € 10360,-
Als vermogen wordt meegerekend:
– spaargeld, geld op de betaalrekening;
– waarde van auto, motor, caravan;
– aandelen, levensverzekeringen, etc.
Het aanwezige vermogen wordt verminderd met de schulden die aantoonbaar zijn. Juwelen, schilderijen, bijzondere goederen of verzamelingen kunnen als vermogen worden gezien. Goederen die naar algemeen gebruik normaal zijn om in bezit te hebben, worden niet als vermogen gezien. Sieraden worden daarom veelal buiten de vermogensberekening gehouden, zolang de hoeveelheid en waarde ervan als normaal gebruikelijk wordt geschat. Erfstukken zullen meestal niet als vermogen worden beschouwd.
De vermogensberekening en wat er wel of niet tot het vermogen wordt gerekend ligt vast in gemeentelijk beleid. Dat betekend dat een vermogensberekening in gemeente A een hoger vermogen kan opleveren dan die in gemeente B. Wil je voor jouw situatie weten wat je kunt verwachten, neem dan contact op met de gemeente en vraag om de verordening of het beleidsstuk waarin dit staat beschreven.
4. Er mag geen sprake zijn van een voorliggende voorziening. Een voorliggende voorziening is bijvoorbeeld een WW-uitkering of ander inkomen waar je recht op hebt. Het is wel mogelijk om tegelijkertijd een WW-uitkering en een WWB-uitkering te ontvangen, in dat geval vult de WWB-uitkering aan tot de voor jou van toepassing zijnde bijstandsnorm.
5. Er moet worden voldaan aan de inlichtingenverplichting (art. 17 WWB). De inlichtingenverplichting houdt in dat alles wat van invloed kan zijn op het recht op bijstand en de hoogte daarvan, (zonodig ongevraagd) moet worden gemeld. Wanneer hieraan niet wordt voldaan, kan de uitkering worden teruggevorderd met alle gevolgen van dien.
Bijstandsnormen
Hoeveel bijstand je ontvangt is afhankelijk van je situatie. Standaard wordt er gerekend met de norm van gehuwden, die 100% bedraagt van het minimumloon. Voor alleenstaanden geldt een norm van 50% van die van gehuwden, voor alleenstaande ouders geldt 70% van de gehuwdennorm. Het huidige minimumloon bedraagt per 1-7-2006 € 1.207,91
Veelal wordt er bij alleenstaanden en alleenstaande ouders een toeslag toegekend bovenop de norm, of dit gebeurd en hoeveel die toeslag bedraagt is vastgesteld in gemeentelijk beleid en kan dus per gemeente verschillen. De maximale toeslag die kan worden ontvangen is 20% van het minimumloon.
Gehuwd of alleenstaand?
Om bij een aanvraag vast te kunnen stellen welke norm er geldt, moet worden nagegaan hoe de woonsituatie is. Als je alleen woont is het makkelijk, dan ben je alleenstaande. Met een alleenstaand ouder geldt hetzelfde, heb je de zorg voor een kind jonger dan 18 dan ben je alleenstaand ouder. Het wordt lastig op het moment dat je samen met iemand anders in een woning woont. Dan kan er sprake zijn van een gezamenlijke huishouding en kan de norm van gehuwden (of daarmee gelijkgesteld) worden toegepast. Als dat gebeurt, zal het inkomen en het vermogen van die andere persoon ook worden meegenomen bij de aanvraag. Het maakt niet uit of er al dan niet een seksuele relatie aanwezig is, het gaat erom of en in hoeverre de kosten van levensonderhoud worden gedeeld. Kinderen en ouders worden niet gezien als een gezamenlijke huishouding (1
e graad), bij kinderen en grootouders (2
e graad)is dat wel mogelijk.
Soms is de woonsituatie voor de gemeente onvoldoende duidelijk, in dat geval is de kans groot dat er een huisbezoek zal plaatsvinden.
Huisbezoeken worden in de media meestal negatief belicht. Belangrijk om te weten is dat je een huisbezoek doorgaans niet zonder consequentie kunt weigeren. Sta je een huisbezoek niet toe, dan is de kans groot dat je geen uitkering zult ontvangen. Daarentegen mag en zal een gemeente geen huisbezoek afleggen voor iets wat zij ook op een eenvoudiger en minder indringende wijze vast kan stellen.
Aanvragen van bijstand
Denk je recht te hebben op een bijstandsuitkering, dan kun je deze aanvragen bij het CWI. Ouderen van 65+ moeten hun aanvraag meestal bij het gemeentehuis zelf indienen. Daklozen kunnen hun aanvraag maar bij een gering aantal gemeente indienen, waar zij moeten zijn kan de gemeente vertellen.
Een aanvraag bij het CWI bestaat allereerst uit een melding waarna er een afspraak zal worden gemaakt voor een intakegesprek. Ieder CWI werkt anders omdat er per gemeente afspraken worden gemaakt. Dat kan betekenen dat je een intakegesprek kunt hebben met medewerkers van het CWI of met medewerkers van de gemeente waarin je woont. Van belang is dat je jezelf meldt voor een uitkering en vervolgens zo spoedig mogelijk de formulieren voor een aanvraag invuld.
De aanvraag zelf zal naar de gemeente worden verstuurd waar je zegt te wonen, deze zal je aanvraag in behandeling nemen.
Eenmaal een aanvraag ingediend, zal de gemeente je aanvraag in behandeling nemen. Wanneer er nog gegevens moeten worden aangevuld, zoals bankafschriften, dan zal hiervoor een hersteltermijn worden verstrekt. In een hersteltermijn wordt aangegeven wat de aanvrager nog aan gegevens moet verstrekken voor een bepaalde datum. Worden de gegevens niet tijdig verstrekt, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. Praktisch gezien is er dan te weinig informatie verstrekt om een besluit te kunnen nemen op de aanvraag. Als aanvrager van bijstand ben je dan terug bij af.
Bijzondere bijstand:
Naast algemene bijstand bestaat er ook bijzondere bijstand. Waar algemene bijstand bedoeld is voor de algemene kosten van levensonderhoud, is bijzondere bijstand bedoeld voor noodzakelijke kosten van het bestaan die wegens bijzondere omstandigheden niet kunnen worden betaald vanuit de algemene bijstand. Denk hierbij aan een gehoorapparaat, een bril of steunzolen. Deze kosten zijn noodzakelijk en worden mogelijk (deels) vergoed door de ziektekostenverzekering. Het deel wat niet wordt vergoed kan in aanmerking komen voor vergoeding door de gemeente op basis van bijzondere bijstand. Hier komt ook weer een deel gemeentelijk beleid aan te pas en de toepassingsregels zullen dan ook per gemeente verschillen.
Bij de vaststelling of er recht bestaat op bijzondere bijstand wordt gekeken naar het inkomen en het vermogen.
Links en informatie:
•
www.postbus51.nl
•
www.vragenforumbijstand.nl
Toeslag op de uitkering:
De Toeslagenwet is bedoeld om een toeslag te verstrekken wanneer er minder wordt verdiend dan het sociaal minimum. Alleen wanneer je recht hebt op een van onderstaande uitkeringen, kom je in aanmerking voor een aanvulling op grond van de Toeslagenwet:
• Werkloosheidswet (WW);
• Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ);
• Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (Wajong);
• Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO);
• Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA);
• Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen (Wamil);
• Ziektewet (ZW)
• uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg, bij zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg.
Daarnaast is de gezinssituatie van belang of er recht bestaat op een toeslag.
Hoogte van de toeslag
• Voor gehuwden bedraagd deze het verschil tussen het minimumloon en het inkomen.
• Alleenstaanden met een kinder jonger dan 18 jaar ontvangen het verschil tussen 90% van het minimumloon en het inkomen.
• Alleenstaanden ontvangen het verschil tussen 70% van het minimumloon en het inkomen.
Verder geldt dat uitkering en de toeslag samen nooit hoger kunnen zijn dan het dagloon waarop de uitkering is gebaseerd. Hierdoor kan het voorkomen dat er alsnog aanvullende bijstand nodig is en er bijvoorbeeld een gedeeltelijke WW-uitkering met TW-uitkering en aanvullende WWB-uitkering wordt ontvangen.
Links en informatie:
•
www.postbus51.nl•