De mechanica zoals we die bij natuurkunde kregen geeft een paar versimpelde vergelijkingen om dingen uit te rekenen. Meestal wordt luchtweerstand daarbij genegeerd, evenals relativiteit. Bij hogere snelheden gaat die relativiteit wel een rol spelen, zo loopt de tijd voor een voorwerp wat met 0.5c beweegt, ongeveer 1.15 keer sneller. Bij 0.75c is dat al 1.51 keer, en bij 0.9c 2.29 keer. (iig als ik Lorentz moet geloven).
Heel ruwweg doe je er met c ongeveer 1 seconde over om bij de maan te komen. Met 0.1c zou dat voor een reiziger en een toeschouwer op aarde dus zo'n 10 seconden zijn. Bij 0.2c voor beiden zo'n 5 seconden. Echter, als de reiziger nou met 0.9c zou vliegen, zou die zelf weliswaar in een ruime seconde bij de maan zijn; de toeschouwer echter ziet dit in ongeveer 2.5 seconden gebeuren, en bij 0.99c zelfs een dikke 7 seconden, en dat is meer dan het met 0.2c geduurd had.
Dit betekent; of:
• Dat mijn perceptie van relativiteit niet klopt,
• Of dat er een punt is dat versnellen geen zin meer heeft, op voorwaarde dat je de tijd van de reis voor zowel toeschouwer als reiziger tot het minimum (of eigenlijk het optimum) wil beperken.
Mijn natuurkunde is een beetje roestig, dus ik heb er geen afleiding tegenaan kunnen gooien, maar een grafiekje van de perceptie van tijd voor de toeschouwer, uitgezet tegen de snelheid van de reiziger wou nog wel lukken. Hieruit blijkt dat dit optimum op ongeveer 0.71 c ligt (verdacht dicht bij c/wortel2). Gaat de reiziger langzamer, dan duurt het voor de toeschouwer langer simpelweg omdat het trager gaat. Gaat de reiziger sneller, dan zorgt de relativiteit van tijd ervoor dat de waargenomen tijd alsnog meer is.
Afgezien van of deze snelheden ooit haalbaar zijn is het verplaatsen van materie dus een vrij suffe manier van voortbewegen, en lijkt sneller gaan zelfs op een gegeven moment zinloos te worden, maar klopt dit dus allemaal wel eigenlijk?
Heel ruwweg doe je er met c ongeveer 1 seconde over om bij de maan te komen. Met 0.1c zou dat voor een reiziger en een toeschouwer op aarde dus zo'n 10 seconden zijn. Bij 0.2c voor beiden zo'n 5 seconden. Echter, als de reiziger nou met 0.9c zou vliegen, zou die zelf weliswaar in een ruime seconde bij de maan zijn; de toeschouwer echter ziet dit in ongeveer 2.5 seconden gebeuren, en bij 0.99c zelfs een dikke 7 seconden, en dat is meer dan het met 0.2c geduurd had.
Dit betekent; of:
• Dat mijn perceptie van relativiteit niet klopt,
• Of dat er een punt is dat versnellen geen zin meer heeft, op voorwaarde dat je de tijd van de reis voor zowel toeschouwer als reiziger tot het minimum (of eigenlijk het optimum) wil beperken.
Mijn natuurkunde is een beetje roestig, dus ik heb er geen afleiding tegenaan kunnen gooien, maar een grafiekje van de perceptie van tijd voor de toeschouwer, uitgezet tegen de snelheid van de reiziger wou nog wel lukken. Hieruit blijkt dat dit optimum op ongeveer 0.71 c ligt (verdacht dicht bij c/wortel2). Gaat de reiziger langzamer, dan duurt het voor de toeschouwer langer simpelweg omdat het trager gaat. Gaat de reiziger sneller, dan zorgt de relativiteit van tijd ervoor dat de waargenomen tijd alsnog meer is.
Afgezien van of deze snelheden ooit haalbaar zijn is het verplaatsen van materie dus een vrij suffe manier van voortbewegen, en lijkt sneller gaan zelfs op een gegeven moment zinloos te worden, maar klopt dit dus allemaal wel eigenlijk?
Instagram | Flickr | "Let my music become battle cries" - Frédéric Chopin