Verwijderd schreef op zaterdag 01 juli 2006 @ 15:44:
Wat ik, als niet-natuurkundige, vaak mis bij 'theoretische natuurkunde voor beginners' in de vorm van papers (of lezingen) is een heldere beschrijving van de standaardelementen in de theoretische natuurkunde. Ik kan me na duizend keer het voorbeeld van de vlo en het koord gehoord te hebben echt wel een beeld vormen van meerdere dimensies (in zoverre het menselijk brein daartoe écht in staat is), maar wat wisselwerkingsdeeltjes zijn en doen, ik zou het niet weten. Eveneens weet ik niet wat spin precies is en wat het nut is van een anti-deeltje. Ik zou je daarom aan willen raden je niet teveel te focussen op allerlei anologieën over exotische theorieën (zoals iedereen al doet), maar je toe te spitsen op de basiselementen.
Goed gezegd maar toch. . . .
Het voorbeeld van een vlo en een koorddanser op een koord is volstrekt inadequate om meerdere dimensies te illustreren. 1) de koorddanser heeft nog steeds 3 ruimtelijke dimensies beschikbaar net zoals de vlo. Het feit dat je op grote afstand de vlo niet kan zien en dat daarom de koorddanser maar 1 dimensie beschikbaar zou hebben is een drogreden.
Als ik een blok aluminium op een tafel ziet liggen zie ik de kristalstructuur niet en zie ik de Al-atomen niet en zie ik de protonen neutronen en elektronen e.d. ook niet.
Het beeld dat de vlo van zijn ruimtelijke werkelijkheid heeft is niet anders dan dat van de koorddanser. . . tenzij de koorddanser een wetenschapper is die is zijn beschrijving van zijn werkelijkheid 10 of 20 of 30 dimensies gebruikt omdat hij de werkelijkheid zo kent. Het gaat er niet om wat hij wel en niet kunt zien. Een wetenschapper die de ruime-tijd 4-dimensionale aanpak van onze werkelijkheid gebruikt doet dat niet omdat hij de tijd-dimensie kan "zien" maar omdat zijn experimenten met een 4-dimensionele aanname doelmatige resultaten oplevert. . .om op een kleinere schaal te gaan "kijken" hoeft niet. . . . en mensen die er in geloven louter omdat wetenschappers zeggen dat het zo is “zien” het ook niet vanuit modellen die ze te zien krijgen.
Een multi-dimesionele werkelijkheid ontstaat vanuit definities en als deze definities het "omgaan" met de werkelijkheid bevorderen zijn ze doelmatig. In deze zin kan je
temperatuur en
kleur etc. ook als
dimensies beschouwen. Vanuit deze kijk op de werkelijkheid zijn de kleuren van quarks ook dimensies. . .louter een naam om hun verschillende manieren waarop ze zich manifesteren te kenmerken.. . .of quarks wel of niet in meerdere ruimtelijke dimensies zich kunnen bevinden laat ik buiten beschouwing: ik heb daar geen “picture” van.
Dit gezegd hebbende schaar ik me achter FireFly: Veelal worden begrippen welke in de wetenschap een bepaalde betekenis hebben zodanig vereenvoudigd (voor leken) dat een voorbeeld er van totaal ontoereikend is om de essentie duidelijk te maken voor diegenen die er niet mee werken. Erger nog. . .de vereenvoudigde modellen geven soms een totaal verkeerd beeld van wat het zou moeten uitbeelden.
Een voorbeeld: neem nu die (soms mooie) plaatjes van zwaartekrachtvelden in de ruimte waarin een massief object zoals bijvoorbeeld een
knikker op een latex laken ligt en er een kuiltje in maakt vanwege het grote "gewicht". Leken snappen er niets van en krijgen een onjuiste voorstelling van zaken voorgeschoteld. . .met wazige blik luisteren ze verder naar de verbale hocus-pokus lawines die er bij horen en denken: "Wat knap dat die wetenschappers dat allemaal uit dat latex laken kunnen halen. Ik heb nooit beseft dat de ruimte een soort laken was en dat er daar een zwaartekracht op gewichten naar beneden gericht was. Het zal wel aan mij liggen dat ik er niets van snap". . . {je ziet die plaatjes nooit met een kracht op de knikkers naar boven gericht. Ook verklaren die beelden niets van het feit dat er binnen in de planeten (de knikkers) ook complexe zwaartekrachten en vervormingen aanwezig zijn}. Uiteraard is een volledig grafisch beeld van de werkelijkheid niet mogelijk en helpen eenvoudige grafische beelden alleen al je die als onderdeel van het geheel blijft beschouwen.
Dit probleem is aanwezig op elk vlak van kennis: probeer eens een volledig verklarend beeld te scheppen van de 3-dimensionale spanningen welke er in een belast materiaal bestaan (trek- en compressiespanning, schuif- en torsiespanning) allemaal volgens de aanwezige grenscondities, rekening houdend met met Poisson’s Ratio.
Vergeet de techniek: probeer de politiek eens te verklaren met een eenvoudig beeld
Het punt van dit betoog is wat ik eerder al wilde opmerken maar ik dacht: “Laat maar zitten. Er komt toch niets van terecht. De werkelijkheid is al complex genoeg zodat wetenschappers het zelf ook niet begrijpen en vaak lijnrecht tegenover elkaar staan met hun uitleg van zaken. . .o.a. gebruikmakend van plaatjes die maar een fractie van de essentie uitbeelden van waar het over gaat.
Voor wetenschappers is deze aanpak echter wel doelmatig omdat ze met hun theorieën, aangevuld met onvolledige plaatjes soms kleine stukjes van de werkelijkheid in beeld brengen. . of dit beeld 100% juist is doet niet ter zake maar het heeft een handvat aan iets dat voorheen onduidelijk was. Deze aanpak is in een boek voor leken niet bedoeld. Hier is een beeld bedoeld om een
eindresultaat, bedacht door wetenschappers, achteraf aan leken voor te schotelen. . .die beelden zijn dan gemaakt door artiesten die een poging wagen om een beeld te scheppen over iets dat ze zelf niet begrijpen maar vanuit de woorden van wetenschappers moeten opmaken zodat er o.a. voor moeder-de-vrouw en vader-de-kostwinner een leuk boek gemaakt kan worden om op de koffietafel te leggen of als kado voor een verjaardag te geven, als er niets anders bedacht kan worden.
Aan de TS dit: Je boek over wetenschap kan best leuk worden maar ik schat het in dat het ten aanzien van verklaringen aan niet-wetenschappers toch niet zal slagen: Hoe ga je een
plaatje bedenken van hoe een molecuul op een verre ster aangetrokken wordt door een molecuul in een haar op je hoofd? Zou een volledig verklarend beeld überhaupt mogelijk zijn?, moet je je afvragen. Zo nee, dan wordt het een afweging van hoe incompleet en hoe onjuist het beeld gaat worden waarmee je leken wilt gaan uitleggen hoe de vork in de steel zit.