kikibu schreef op zaterdag 10 juni 2006 @ 01:06:
Alweer bedankt voor de uitleg.
Ik heb nu bijna al 100 VST plug-ins zitten uit te proberen, die dingen zijn erg gaaf, toch vind ik MrRay en de -73 versie het leukst klinken. Die wil ik er graag in houden, kan ik nou zo'n geluid verwachten van een digitale piano zoals de RD170? Of zal dat altijd middels zo'n emulator moeten worden gesimuleerd.
Ja, nee, weet ik niet

.
Mr. Ray en de RD-(en daarbij de Motif, Fantom, Triton, etc.) werken niet volgens dezelfde principes.
Mr. Ray modelleert het geluid. Er wordt een wiskundig model gemaakt van een resonator (in de Rhodes heet dit een "tine" - een metalen plaatje waar tegen wordt gemept).
http://www.fenderrhodes.org/rhodes/manual/ch7.html geeft een beschrijving van het principe; het is in feite een stemvork met "armen" van ongelijke lengte waarbij de trilling wordt versterkt op dezelfde manier als bij een elektrische gitaar; met een pick-up.
Dit model accepteert een input (de velocity - hoe snel/hard wordt de toets ingedrukt?). Afhankelijke daarvan heb je een (nonlineaire) volume-toename en verandering van het geluid; het wordt immers niet alleen maar harder maar klinkt ook anders.
Standaard MIDI heeft de velocity ingedeeld in 128 stappen (0 tot 127). Je hebt dus per toets 128 verschillende klanken. Voorwaarde is wel dat het model dan goed is. Bij een vroegere elektrische piano (Emagic EVP73) moest er bezuinigd worden op de te gebruiken computerkracht en was de kunst van het modelleren nog niet zo goed. De piano klinkt heel aardig maar niet zo realistisch als Mr. Ray.
De RD werkt op een andere manier. Je slaat een toets aan op verschillende volumes en neemt de geluiden op. Dit doe je voor elke toets. Op een Rhodes heb je maar 73 toetsen, dus dan zou je 128 * 73 = 9344 opnames krijgen. Elke toets laat je helemaal uitfaden, zeg, 15 seconden om veilig te zitten. Dat levert 9344 * 15 = 140160 seconden aan geluid op. 1 seconde in 16-bit, 44.1kHz opnemen kost 705600 bits, of 88200 bytes, of 86.1 kilobyte. We nemen in stereo op, dus dat wordt dubbel zoveel.
Onze Rhodes gaat dan iets van 23 gigabyte innemen. Nogal veel

.
Dus, wat doen we? Allereerst gaan we iets doen aan die 15 seconden. Het geluid blijft vrijwel hetzelfde, dus we gebruiken een elektronisch geregelde versterker die voor ons doet "uitfaden". Opeens hebben we nog maar een fractie van dat geluid nodig - een "loop" die herhaalt wordt. De versterker zorgt er wel voor dat het volume omlaag gaat.
Die loop kunnen we uitrekken omdat die bij bepaalde groepen toetsen hetzelfde is. We verdelen het toetsenbord in meerdere zones - van C1 tot F#1, van F#1 tot C2, en zo door. Bij 73 hebben we dan 6 octaven en 12 van zo'n zones. Per zone pakken we een "centrale" toets, en we spelen bij de lagere en hogere toetsen de sample van de centrale toets respectievelijk langzamer en sneller af zodat de toonhoogte mee verandert.
Opeens hebben we onze sampletijd drastisch gereduceerd. Maar het kan nog verder. Per toets hadden we 128 verschillende snelheden waarmee aan werd geslagen. Een deel van de geluidsverandering is dat het volume af- en toeneemt afhankelijk van de aanslagkracht. Dit is niet lineair - per extra cm/s snelheid kun je niet een rechtlijnig verband maken met het aantal db dat er bij komt. Geen probleem; we maken gewoon een velocity-curve. Die volgt de vorm van het volume zoals het op een echte Rhodes ook is (en bij je RD zou je dat ook moeten uit kunnen kiezen; exponentieel, s-vormig, lineair). Nu neemt het volume al op de juiste manier toe; alle tonen die genoeg op elkaar lijken kunnen nu weg, en we pakken weer een "centrale" toon en versterken 'm op de juiste manier. Pas als de toon radicaal verandert pakken we weer een andere sample.
Een -nog- verdere ontwikkeling is om de "loop" en de "aanslag" van elkaar te scheiden met filters. Dan kun je nog verder rekken omdat de uiteindelijke mix van klanken goed genoeg klinkt.
Omdat een plaatje meer zegt dan 1000 woorden:
Dit is de Rhodes in Kontakt. Deze neemt 200 mb in. Sommige delen van de samples overlappen elkaar; je hebt 2 "hoofdsamples" en daaronder zit een ruitjesveld van sub-samples.
Bij de RD ziet dit er natuurlijk iets "grover" uit, al heeft Roland wel een andere structuur voor hun "tone"-systeem; het ruitjesveld voor een bepaalde velocity heeft dan al een onderverdeling, maar daar kun je als gebruiker niet bij. Verder heeft Roland ook meer ervaring met sounddesign in beperkte geheugenruimte, dus het is vaak dat een dikke maar goedkope 3 gigabyte software sample-piano slechter klinkt (of slechter in de mix ligt) dan een veel beperktere 16-mb piano.
Idealiter zouden we morgen nog allemaal aan het physical modelling overgaan, maar vaak krijg je dan een beperktere controle; met de samples kun je nog een set trucjes uithalen die physical modelling helemaal niet zo makkelijk kan nadoen (of je moet 2 instrumenten parallel laten draaien wat weer meer energie kost). Dan is het ook nog zo dat elke modeller denkt dat zijn model het beste is, terwijl je bij samples weer meer keuze hebt (zonder de hele engine te hoeven herschrijven). Geen issue op een PC waar je VSTs sneller wisselt dan servetten in een restaurant maar wel een probleem op hardware.
En ik zat te zoeken naar zo'n E-MU 0404 kaart, maar er staat er geen in de pricewatch.
Ook bij Feedback, of Thomann, of... maakt niks uit. Ze kosten overal allemaal hetzelfde, 99 euro. Je krijgt met de ProteusX versie (149 euro) overigens ook nog een hele aardige sample-library erbij.
Hoe kom ik daar aan? Is evt. een (oude) PCI geluidskaart met MIDI poort ook goed?
Nee, want dan heb je geen verbetering in vergelijking met je on-board kaart. Haal in vredesnaam een USB-MIDI kabel; dat werkt makkelijker

.
Nóg een vraagje. Wat is nu het effectieve verschil tussen 48 kHz en 96 kHz, ik zie bij geluidskaarten die tweede er vaak bij staan. Wordt deze standaard bij studio-opnames gebruikt om zo weinig mogelijk kwaliteitsverlies te leiden?
Samplerates zijn een iet of wat historisch artefact. 48kHz is veel makkelijker voor een computer dan 44.1kHz vanwege de verdeling. Echter, een CD is 44.1kHz omdat er 74 minuten aan ruimte op moest passen, genoeg voor een stuk klassieke symfonie. Oudere samplers gebruikten ook 32kHz (en weer de helft van 44.1kHz, en daar weer de helft van).
96kHz komt op een CD altijd als 44.1kHz terecht. 24 bit wordt terug ge
ditherd naar 16. Bij het opnemen van samples is 96kHz wel leuk; je kunt de sample half zo snel (48kHz wordt 't dan) laten afspelen zonder merkbaar verlies in kwaliteit. Bij 44.1k krijg je al gauw te maken met artefacten. 24 bit zorgt voor een grotere dynamic range; de afstand tussen het stilste en het luidste geluid is groter, en da's altijd goed. Met mixen van signalen levert dit ook weer een voordeel op in de kwaliteit. Ik had hier ergens een leuk artikel van liggen, maar heb 't niet bij de hand.
Voor nu is het gewoon voornamelijk een "omdat het kan" kwestie, maar voor grote professionele studios levert het een voordeel op (je hoeft voor DVD-audio niet meer te upsamplen), en als de consument al toegang heeft tot het formaat. Dus, ja, het is beter, ja, je krijgt bijna niks meer dat "minder" is "omdat het kan", maar je zult er niet veel aan hebben als je er niet van kunt genieten.
Ik weet 100% zeker dat in mijn bijna 4 jaar dat ik op SF zit dit verhaal nog nooit zo uitgebreid heb uitgetypt
[
Voor 4% gewijzigd door
Yoozer op 10-06-2006 10:42
]