Ik zat zojuist naar het programma HoeZo te kijken (www.hoezo.tv).
Daar kwam de volgende vraag:
"Hoe moet je springen op een rijdend karretje, zonder eraf te vallen? "
A) naar voren
recht naar boven
C) naar achteren
Antwoord:
"B, recht omhoog. Want, "het karretje heeft een voorwaartse beweging, de persoon die erop staat ook. Op het moment dat de persoon recht omhoog springt, krijgt het niet alleen een kracht omhoog, maar ook een voorwaartse kracht van het rijdende karretje. Die kracht voorwaarts is even groot als de snelheid waarmee het karretje rijdt."
Hier ben ik het alleen niet mee eens.
Je moet namelijk naar voren springen. Als jij in de lucht springt en de kar rijdt met constante snelheid verder, krijg je geen voortbewegings energie meer van de kar. De weerstand op jou blijft echter even groot, dus jou snelheid neemt af en die v/d kar blijft even groot.
Wie heeft hier gelijk?
Daar kwam de volgende vraag:
"Hoe moet je springen op een rijdend karretje, zonder eraf te vallen? "
A) naar voren
C) naar achteren
Antwoord:
"B, recht omhoog. Want, "het karretje heeft een voorwaartse beweging, de persoon die erop staat ook. Op het moment dat de persoon recht omhoog springt, krijgt het niet alleen een kracht omhoog, maar ook een voorwaartse kracht van het rijdende karretje. Die kracht voorwaarts is even groot als de snelheid waarmee het karretje rijdt."
Hier ben ik het alleen niet mee eens.
Je moet namelijk naar voren springen. Als jij in de lucht springt en de kar rijdt met constante snelheid verder, krijg je geen voortbewegings energie meer van de kar. De weerstand op jou blijft echter even groot, dus jou snelheid neemt af en die v/d kar blijft even groot.
Wie heeft hier gelijk?