Anoniem: 100771 schreef op donderdag 15 september 2005 @ 10:17:
Ik heb een vraag waar ik nog nooit een goed antwoord op heb gekregen, namelijk:
Hoe komt het dat foto's scherper worden, naar mate je een kleiner diafragma (grotere F-waarde)neemt?
Kan iemand dit uitleggen met een voorbeeld wellicht??? Hopelijk in het juiste topic gezet...
De diafragma opening bepaalt hoeveel licht er doorgelaten wordt. Een volledig open diafragma zorgt dat de volledige diameter van het optische pad gebruikt wordt, en hoe meer je dat afknijpt, hoe meer het beperkt wordt tot de centrale as.
Hier komt vervolgens het nodige aan technisch geblaat bij kijken over lens elementen. Perfecte lenzen bestaan niet. Om verschillende technische redenen presteren lenzen in hun centrale deel beter dan aan de buitenkant, zelfs als ze wiskundig gezien exact de goede vorm hebben (dit heeft te maken met de afstand die het licht moet afleggen, de invalshoek van het licht, het feit dat verschillende golflengtes licht verschillend gebroken worden door glas, enz.)
Knijp je dus een diafragma af, dan wordt,
na het diafragma zelf alleen licht doorgelaten in het centrale deel van het objectief, waardoor je objectief technisch beter presteert. Bij een verder openstaand diafragma doet meer van de buitenkant mee, wat zorgt voor meer verstrooing, en dus wordt de scherpte minder.
Overigens speelt hier nog de korrel van de film, of de grootte van de pixel sites op je sensor mee, want als de verstrooing kleiner is dan je korrelgrootte of photo site, dan merk je het verschil (nog) niet. En als je je diafragma extreem klein afknijpt, dan kan de opening juist weer voor verstrooiing zorgen.
...
Dat een grotere diafragma opening je scherptediepte vermindert heeft te maken met het feit dat licht, dat vanuit één punt vertrekt, verschillende afstanden kan afleggen voordat het je sensor raakt.
Licht dat uit die puntbron vertrekt en door de centrale as van het objectief schijnt heeft minder afstand moeten overbruggen dan licht dat uit diezelfde puntbron via de buitenkant van de lens elementen binnenvalt. Licht is een golfverschijnsel, golven kunnen elkaar verstoren als ze niet precies gelijk lopen, en dat is precies wat er gebeurt als lichtstralen net niet dezelfde weg afleggen.
Dit laatste is erg kort door de bocht uitgelegd. De juiste uitleg vereist quantummechanica, gedoe met faseverschuiving, golffronten, golflengtes, enzovoorts, maar het komt op hetzelfde neer.
ALL-CAPS WITH NO PUNCTUATION IS SO MUCH TRUER TO THE WAY THOUGHTS HURTLE OUT OF THE HUMAN BRAIN THAN CAREFULLY MANICURED AND PUNCTUATED SENTENCES COULD EVER BE