Geluid is objectief te meten, in decibels. Geluidhinder is echter veel moeilijker te registreren. Wat voor de één hinderlijk is, vindt de ander normaal. Sommige mensen worden boos als iemand bij de buren hard de trap op loopt, terwijl anderen daar geen moeite mee hebben. Ook is er vaak sprake van gewenning. Iemand die heel zijn leven naast een snelweg heeft gewoond zal gewend zijn aan het geluid, terwijl iemand die er vanuit een rustig dorp komt wonen dat wel als hinder zal ervaren. Om geluidhinder te kunnen meten is de overheid daarom aangewezen op enquêtes.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meet geluidhinder door het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) uit te voeren. In het POLS vraagt het CBS mensen of zij last hebben van geluid. Geluidbronnen waarnaar gevraagd wordt zijn wegverkeer (auto's, brommers, motoren), railverkeer (treinen, trams en metro's), vliegtuigen, buren, industrie of bedrijven, lawaai van laden/lossen, en ten slotte spelende kinderen. Verder wordt geluidhinder regelmatig gemeten in het kader van het jaarlijkse Woning Behoefte Onderzoek van het ministerie van VROM. De resultaten van deze metingen komen redelijk overeen met de metingen van het CBS. Ongeveer een kwart van alle Nederlanders heeft last van verkeerslawaai, terwijl ongeveer 10 à 20% last heeft van de buren. In totaal ondervinden 30 à 40% van alle Nederlanders last van lawaai.
Om de hinder uit de verschillende bronnen met elkaar te kunnen vergelijken, hanteert het CBS de Milieukwaliteitsmaat (MKM). De overlast die wegverkeer gedurende één dag veroorzaakt, wordt hierbij als uitgangspunt genomen. Als de buren bijvoorbeeld twee keer per jaar een groot feest geven, heb je twee dagen per jaar ernstige geluidoverlast, terwijl mensen die naast de openbare weg wonen hier elke dag last van hebben. De MKM zal daarom een hogere hinderwaarde toekennen aan de laatste situatie
Bron:
http://www.milieuloket.nl/9292000/modulesf/vfxucrou9000
Hoe gevonden:
http://www.google.com/search?hl=en&q=decibels+meten
Jij = lui!