Acties:
  • 0 Henk 'm!

Verwijderd

Topicstarter
Ja ik weet het. De titel is al bijna een troll, maar toch -- of misschien juist daarom -- is het een topic prima geschikt voor W&L.

Om de gekken een beetje voor te zijn en omdat dat zo hoort, stel ik een kader voor voor deze ongetwijfeld levendige discussie.

Ik heb twee semi-onverenigbare opvattingen over wat filosofen zouden moeten doen:

1. Concepten verduidelijken.
2. Theorieen opstellen.

Om te beginnen met het laatste: theorieen die mensen opstellen moeten wáár zijn. Dat lijkt me een redelijke eis. Filosofen doen echter geen experimenten, maar aannames. Natuurlijk is het resultaat van een (hypothetisch) experiment prima aan te nemen. Dat is wat er uiteindelijk gebeurt bij een gedachtenexperiment. Iedere filosofische theorie die waar is, is dus a priori waar. Immers, als een filosofische theorie a posteriori waar zou zijn, zou er gebruik gemaakt moeten worden van waarnemingen. Quod non, want filosofie is niet empirisch. (Toch? Hier kom ik nog op terug.)

Dat aangenomen, stel je een theorie voor die zegt dat A. Stel je voor dat iemand een tekst schrijft waarin aangetoond wordt dat A. Stel dat de aannames a, b en c gebruikt worden om A te bewijzen (het geheel van aannames en de conclusie noem ik een theorie). Dan is

Theorie 1: (a & b & c) -> A

waar. Sterker nog, omdat A volgt uit de aannames a, b en c is theorie 1 inderdaad a priori waar en daarom een tautologie.

Stel je een theorie voor die zegt dat B. Stel je voor dat iemand een tekst schrijft waarin hij of zij probeert aan te tonen dat B. Stel je voor dat uit de aannames a', b' en c' niet volgt dat B. Dat wil zeggen, ~((a' & b' & c') -> B ). Dan zijn er twee mogelijkheden:

1. (a' & b' & c') -> B is een tegenspraak. Als dat zo is, heeft de schrijver van de tekst waarin aangetoond zou moeten worden dat B een denkfout gemaakt.

2. a', b' en c' bewijzen B niet want er is nog een andere aanname nodig. Noem die aanname aanname d'. Dan is de schrijver van de tekst een aanname vergeten. Ook dat is een fout. Voeg de aanname d' toe zodat het wel waar is dat

Theorie 2: (a' & b' & c' & d') -> B

dan is theorie 2 een tautologie.

Dus, iedere complete (zonder verborgen aannames) en correcte (zonder tegenspraken) filosofische theorie is een tautologie. Dat is een beetje vervelend misschien. Tautologieen zijn namelijk eigenlijk heel saai. Gelukkig zien er niet allemaal uit als p v ~p. De stelling

(((p -> q) -> z) -> (p -> q)) -> (p -> q).

bijvoorbeeld is ook een tautologie, maar je hebt er enig logisch inzicht voor nodig, of een programmaatje, om te zien waarom.

Is dit een probleem voor de filosofie? Ik weet het niet. Maar niet alleen filosofen hebben er last van. Iedere wetenschappelijke niet-contradictoire conclusie is verenigd met haar aannames en experimentele vondsten een tautologie. Als x bewijst dat X, dan is (x -> X) een tautologie. Of x een aanname is of een experimenteel resultaat maakt voor de waarheid van de implicatie niet uit. Die implicatie moet je namenlijk lezen als 'stel dat x, dan X'. Dat maakt niet alle wetenschap a priori natuurlijk -- en dat is het verschil met filosofie -- omdat waarnemingen kunnen rechtvaardigen waarom bepaalde aannames gedaan moeten worden. Filosofie is niet empirisch en kan dus geen beroep doen op waarnemingen om aannames te rechtvaardigen (of toch?). Filosofische aannames zijn, net als wiskundige, eigenlijk niet te rechtvaardigen met iets anders dan een beroep op hoe leuk en interessant de theorie is die uit de aannames volgt. Waarom zouden we aannemen dat als er twee lijnen A en B zijn, die een derde lijn C snijden zodanig dat als de som van de twee hoeken AC en BC (aan een kant) kleiner is dan 180 graden de lijnen A en B elkaar ooit moeten snijden? Ook als we dat niet aannemen komt er een leuke theorie uit.

Of is filosofie wél empirisch? Waarom doen filosofen dan geen experimenten? Of waarom is natuurkunde dan geen filosofie? Of is hoe interessant een filosofische theorie is wel degelijk een geschikte, objectieve maatstaf? Een maatstaf voor waarheid kan het in ieder geval niet zijn.

Moet de filosoof dan misschien concepten verduidelijken (of ons een weg uit het vliegenglas wijzen) in plaats van tautologieen te verzinnen?

Ook dat is niet zonder problemen. Want hoe is te zeggen of een concept daadwerkelijk verduidelijkt is? Is dáár dan een (objectieve) maatstaf voor? Als iemand zegt dat T waar is als T het geval is, is dat een platitude of een diep inzicht in wat waarheid is?

Misschien wil je zeggen dat een concept verduidelijkt is, als na een uitleg van een filosoof iemand zegt "Nu weet ik hoe ik dat woord (of dat concept) moet toepassen!" Maar moet de filosoof niet de (gewone) ménselijke concepten verduidelijken? Hoe kan de filosoof dan voorschrijven hoe een concept gebruikt zou moeten worden? Op welke grond kan een filosoof zeggen dat iemand een concept dat iemand zijn hele leven gebruikt, verkeerd gebruikt? Hebben we het dan ueberhaupt wel over hetzelfde concept, en, waar bemoeit de filosoof zich eigenlijk mee? Is zijn intuitie over de inhoud van een bepaald concept zoveel beter dan de intuitie van iemand anders, en vooral waarom dan?

Misschien stel je een combinatie voor van taak 1 en 2 en zeg je, "Stel iemand heeft opvattingen p, X, Q1 en AC', en de opvatting dat tegenstrijdige opvattingen slecht zijn. De filosoof kan dan iemand helpen om te controleren of zijn of haar opvattingen inderdaad niet tegenstrijdig zijn (en/of de de conclusies die iemand wil trekken volgen uit zijn opvattingen)." En moet de filosoof dan suggeren hoe de opvattingen wél te verenigen zijn? En als de filosoof dan niet zegt "Verander opvatting p in ~p" maar "Vergeet dat tegenstrijdige opvattingen slecht zijn" of "Vergeet dat je conclusies moeten volgen uit je aannames"? Of vinden alle filosofen dat tegenstrijdige opvattingen slecht zijn en de gewenste conclusies moeten volgen uit de opvattingen? Dan is het inderdaad de taak van de filosoof om tautologieen te verzinnen -- en andere mensen te helpen met het verzinnen van tautologieen.

Dat is dus mijn dillema. Is filosofie uiteindelijk het arrogante navelstaren onder de aanname dat de filosoof 'helderder inzicht' heeft en concepten 'verduidelijkt'? Of is filosofie het opstellen van tautologieen, theorieen die, hoe oninteressant ook, dus slechts waar hoeven te zijn?

Eigenlijk komt mijn dilemma op één vraag neer: "Wat is goede filosofie?" of "Waarop kun je filosofie beoordelen?"

Het is Popper's probleem all over again, maar nu voldoet zijn antwoord niet ("ook niet", evt.).

[ Voor 3% gewijzigd door Verwijderd op 05-06-2005 19:11 ]


Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • Lord Daemon
  • Registratie: Februari 2000
  • Laatst online: 03-06 13:34

Lord Daemon

Die Seele die liebt

Een interessante post. Er zitten verschillende aspecten aan: de vraag wat 'de taak' van de filosofie is, en een kritiek op verschillende opvattingen van wat die taak in zou houden. Maar laten we bij het begin beginnen: waarom zou de filosofie een taak hebben? Wat betekent het eigenlijk om te vragen naar 'de taak' van de filosofie? Wie heeft dit taak opgesteld? Is die ons uit de oudheid overgeleverd? Is het een 'essentieel' aspect van 'de filosofie'? Is het de maatschappelijke rol die de filosofie nu te spelen heeft? Is het de taak die filosofen voor zichzelf zien weggelegd? Is het idee van een taak - een door iets externs opgelegd doel - wel toepasbaar op de filosofie?

Ik stel voor dat we alle gedachten over hogere ordes of essenties laten varen, en alleen kijken naar het nut dat filosofie in de loop van de geschiedenis heeft gehad voor de samenleving als geheel, of voor individuele personen. Dat is tenminste iets waarvan duidelijk is dat het bestaat, hoewel de vraag naar wat dit nut dan eigenlijk is geweest nog helemaal niet zo gemakkelijk te beantwoorden is. Van de Franse Verlichters zou je kunnen zeggen dat zij de sociale ontwikkelingen in hun tijd een taal gaven om zich mee uit te drukken, en gedeeltelijk bevrijd hebben van de oppressie door bestaande instituties. Van Descartes en Francis Bacon is het misschien weinig controversieel om te claimen dat zij de weg vrij gemaakt hebben voor de wetenschap. In beide gevallen is het duidelijk dat de filosoof fungeert als catalysator voor een cultureel proces. Maar hoe zouden we Kant, Hegel, Nietzsche, Wittgenstein, Heidegger - of, overigens, Plato - zo kunnen duiden?

Omdat er zoveel invalshoeken zijn is het zeker verstandig, zoals jij ook doet, om een paar mogelijkheden eruit te lichten en deze nader te onderzoeken. Jouw keuzes zijn:

1. Concepten verduidelijken.
2. Theorieen opstellen.

Laten we die eens bekijken.

Concepten verduidelijken

Dat filosofie alles met de verduidelijking van concepten te maken heeft is natuurlijk een dogma geweest van de analytische filosofie van de 20e eeuw - analytisch, dat wil zeggen, concepten analyserend. Het probleem dat jij voor deze visie aanvoert is dat er geen externe criteria voor juist gebruik van concepten bestaan.

Dit is waar, maar is het ook belangrijk? Het gaat er immers om concepten te verduidelijken, wat vaak in zal houden dat de filosoof a) verschillende betekenissen blootlegt die met hetzelfde woord werden aangeduid, en b) de onderlinge relaties tussen verwante concepten toont. Beide zaken kunnen onze concepten aanzienlijk verhelderen, zonder dat ze uitspraken doen over hoe wij onze taal correct moeten gebruiken. Ik was laatst bijvoorbeeld bij een lezing over bestaan en existentie, en er bleek een debat te zijn over de vraag of fictieve personen bestaan of niet, et cetera. Wat mij betreft een keuze van hoe je het woord wil gebruiken, en totaal oninteressant. Maar wat wel interessant was, was dat tijdens het denken over deze concepten de onderlinge relaties tussen 'bestaan', 'fictie', 'mogelijk', 'referentie' en dergelijke duidelijk werden. Dan is er verduidelijking aan de gang die niets met het beslechten van arbitraire disputen te maken heeft, maar die ons echt meer inzicht geeft in bepaalde onderwerpen. Ik denk dan ook dat dit zeker wel nuttig is.

Is filosofie daarmee reduceerbaar tot het verduidelijken van concepten? Is filosofie een soort schoolmeester die bijhoudt of iedereen wel helder en duidelijk zegt wat hij bedoelt? Het antwoord hierop lijkt me - ondanks wat sommige analytische filosofen aan het begin van de vorige eeuw meenden te hebben aangetoond - ontkennend te moeten luiden. Heel veel filosofie is namelijk creatief, en ontwikkelt zelf nieuwe visies.

Theorieën opstellen

De tweede mogelijkheid die jij oppert is dat filosofen theorieën opstellen. Dit is bijzonder vaag, veel te vaag om iets mee te kunnen zonder verdere uitleg. Gelukkig geef je verdere uitleg: je interpreteert het opstellen van theorieën als het aantonen dat bepaalde implicaties tautologieën zijn.

Laten we ten eerste opmerken dat je hiermee vrijwel geen enkele filosofische publicatie te pakken hebt. Zelfs de meeste filosofische artikelen in tijdschriften die gewijd zijn aan analytische filosofie hebben niet de vorm van een logische deductie, laat staan dat dit het geval is wanneer je naar de grote klassiekers van de wijsbegeerte gaat kijken. Heideggers Sein uns Zeit, Kants Kritik der reinen Vernunft, Nietzsches Jenseits von Gut und Böse, enzovoorts - allemaal geen logische deducties. Kennelijk zit je dus op het verkeerde spoor als het hier het nut van de filosofie wil zoeken. (Suggestie: de beste filosofie is filosofie die nieuwe manieren van denken over belangrijke onderwerpen ontwikkelt.)

Wat ik niet zo goed snap is hoe je bij deze uitspraak komt:
Iedere wetenschappelijke niet-contradictoire conclusie is verenigd met haar aannames en experimentele vondsten een tautologie.
Er zijn toch nauwelijks conclusies die bereikt worden op grond van sluitende logische redenaties? Zeker is het in de filosofie vaak veeleer zaak om iemand te overreden om jouw manier van kijken en spreken over te nemen, dan dat het de taak is om de logische samenhang van jouw visie tot in detail uiteen te zetten.

Wanneer Nietzsche ons wil vertellen dat het Christendom een slavenethiek voorschrijft, dan gaat zijn interesse niet uit naar het tonen uit welke aannames je precies die conclusie zou kunnen trekken. Zijn interesse gaat er naar uit om ons mee naar zijn gezichtspunt te tronen.

Helpt dat?

Welch Schauspiel! Aber ach! ein Schauspiel nur!
Wo fass ich dich, unendliche Natur?


Acties:
  • 0 Henk 'm!

Verwijderd

Topicstarter
Ten eerste, mijn 'theorieen opstellen'/'concepten verduidelijken'-dichotomie was geenszins bedoeld als het enige mogelijke antwoord op de vraag naar de taak van de filosofie. Als blijkt dat 'geen enkele' een beter antwoord op die vraag is, wil ik dat best accepteren. Sterker nog, als je zou willen zeggen dat de filosofie zinloos is (geen nut, geen taak) heeft dan zijn we daarmee klaar. Dan is er geen criterium om 'goede' van 'slechte' filosofie te onderscheiden; dan is het allemaal onzin. Ik weet niet of er ueberhaupt argumenten zijn om iemand van het nut van filosofie te overtuigen: ik ga het niet proberen in ieder geval.

Trouwens, ik denk niet dat een 'taak' noodzakelijk een 'door iets externs opgelegd doel' is. Ik kan mijzelf een taak stellen immers. Ik zou het in dat geval gek vinden om te zeggen dat iets externs mij een doel oplegt. Maar dat terzijde.

Als we jouw vraag 'Wat heeft de filosofie in het verleden bijgedragen aan de samenleving of het leven van individuen?', zouden kunnen beantwoorden -- en dat is niet gemakkelijk zoals je opmerkt -- dan zijn we, denk ik, niet veel verder gekomen bij het beantwoorden van de vragen die ik belangrijk vind: waar de grenzen van de filosofie liggen (waarom iets filosofie is, en geen literatuur bijvoorbeeld), hoe goede van slechte filosofie te onderscheiden is, etc. Dat kun je eng prescriptief vinden, maar dát wil ik weten, dát vind ik, zo op zondagavond, interessante vragen. In de zin dat het voor Popper onbevredigend zou zijn geweest om de vraag naar wat 'goede' en wat 'slechte' wetenschap is te beantwoorden met een lijst van wetenschappen/theorieen die hij 'goed' vond, is het voor mij onbevredigend om de vraag naar wat de (taak van de) filosofie is te beantwoorden met een lijst van wat historisch gezien filosofie genoemd wordt en wat de filosofen met die filosofieen wilden bereiken.
Maar wat wel interessant was, was dat tijdens het denken over deze concepten de onderlinge relaties tussen 'bestaan', 'fictie', 'mogelijk', 'referentie' en dergelijke duidelijk werden.
Het sneue is, dat de meerderheid van die termen filosofische vaktermen zijn. En net zoals het vilein is om te zeggen dat het de taak van politici is om elkaars fouten te herstellen en om te zeggen dat het de taak van wiskundeprofessoren is om wiskundeprofessoren op te leiden, is het vilein om te zeggen dat het de taak van filosofen is om elkaars filosofische vaktermen te verduidelijken. Grappig, dat zeker, maar wel vals. En hoe wel ik wel van dit soort cynisme hou, zeg je als je dit zegt eigenlijk dat filosofie geen zin heeft.

Mijn 'Theorieen opstellen' was inderdaad nogal kortaf. Dat was om stylistische redenen moet ik bekennen. Ik heb hoe dan ook nooit bedoeld te suggeren dat filosofen logische deducties zouden moeten uitvoeren. Ik heb alleen willen zeggen dat wil een filosofische conclusie waar zijn (en je zal het met me eens zijn dat filosofen naar waarheid streven -- iig streven) die conclusie moet volgen uit de aannames. Filosofen doen immers geen experimenten: aannames, redeneringen, conclusies, e.d. is alles wat ze hebben.

Als de conclusie niet volgt uit de aannames, is de filosofie, wel, gewoon verkeerd. Het lijkt mij tegen iedere filosofie, ook tegen die van Nietzsche, een argument als je opmerkt dat een conclusie niet uit de aannames volgt (en kunt laten zien waarom).

Als een conclusie niet uit de aannames volgt (dus als de redenering ongeldig is), zijn er twee mogelijkheden:

1. De aannames zijn niet logisch sterk genoeg om de conclusie te ondersteunen.
2. De aannames + conclusie zijn contradictoir. Al moet ik daarbij opmerken dat als je twee contradictoire aannames hebt, daar iedere conclusie uit volgt natuurlijk. Ik heb het hier dus over het geval dat de aannames in conjunctie en de conclusie afzonderlijk geen tegenspraak zijn, maar de aannames + conclusie wél: dan is de redenering ongeldig.

Ik maak een verschil tussen 1 en 2 omdat een theorie met een fout 1 te repareren is door extra aannames toe te voegen, en een theorie met fout 2 niet.

Voorbeeld van 1: "Als het regent, worden de straten nat. Dus: de straten zijn nat."
Voorbeeld van 2: "Als het regent, worden de straten nat. Het regent. Dus: de straten zijn niet nat."

Logisch gezien zijn dit de mogelijkheden. Klaar.

Natuurlijk zijn er heel veel verborgen aannames. Er zijn aannames die (bijna) alle mensen gemeenschappelijk hebben. Er zijn aannames waaraan binnen een bepaalde
filosofische discipline of traditie niet, nooit, door niemand, getwijfeld wordt. Maar dat maakt niet dat het geen aannames zijn die noodzakelijk zijn voor de waarheid van de conclusie. Dat zelfs filosofen het soms niet zo nauw nemen met strenge, formele, logische deducties is irrelevant. Het uitvoeren van een natuurlijke deductie is voor Nietzsche precies zo irrelevant als de Peano-rekenkunde is voor de kassajuffrouw die jou je wisselgeld geeft. Dat neemt niet weg dat een filosofische stelling waar is als zij volgt uit de aannames, net zoals het wisselgeld pas correct is teruggeven als dat zo afleidbaar is. (Dus: het kan niet zo zijn dat het wisselgeld correct is teruggeven terwijl een afleiding met Peano-rekenkunde op iets anders uitkomt.)

Dus, als filosofen streven naar a priori ware theorieen, dan streven ze naar tautologieen. Dat kan geen verrassende conclusie zijn. Hoe een filosoof zijn tautologie daadwerkelijk bereikt maakt mij niet uit. Of dat met handjeklap gaat, met dobbelstenen of met een formeel logisch systeem is irrelevant, het enige dat belangrijk is, is dat voor de waarheid van de conclusie, die conclusie moet volgen uit de aannames.
Zeker is het in de filosofie vaak veeleer zaak om iemand te overreden om jouw manier van kijken en spreken over te nemen, dan dat het de taak is om de logische samenhang van jouw visie tot in detail uiteen te zetten.
Ik hoop niet dat je hiermee bedoelt dat het de taak van de filosoof zou zijn om mensen van 'dingen' te overtuigen. Als we je eerste antwoord -- dat filosofie geen nut heeft -- het nihilistische antwoord noemen, je tweede antwoord -- dat filosofen elkaars termen moeten verduidelijken -- het cynische, dan is dit laatste antwoord toch wel het absurdistische.

Nihilisme, cynisme of absurdisme. Het zijn, dat moet ik toegeven, aantrekkelijke keuzes voor de somber ingestelde mens. Toch zijn het uiteindelijk geen bevredigende antwoorden op mijn vraag. Ik denk dat je wel begrijpt waarom.

Bleef over je suggestie:
de beste filosofie is filosofie die nieuwe manieren van denken over belangrijke onderwerpen ontwikkelt.
Al weet ik niet wat 'nieuwe manieren van denken zijn' of wat je verstaat onder 'belangrijke onderwerpen' is dit misschien de goede weg. Al twijfel ik of de definitie eng genoeg is: ontwikkelen niet ook goede natuurkundige of sociologische theorieen nieuwe manieren van denken? Als je de definitie zou willen repareren door de spreken over 'belangrijke filosofische onderwerpen' heb ik er niets meer aan: ik weet immers niet wat de taak van de filosofie is: waar ze over zou moeten gaan.

Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • Lord Daemon
  • Registratie: Februari 2000
  • Laatst online: 03-06 13:34

Lord Daemon

Die Seele die liebt

Nihilistisch, cynisch of absurdistisch - het zijn mooie keuzes die je mij laat! :) Maar het zijn jouw woorden, niet de mijne. Als de filosofie geen taak heeft - dat wil zeggen, geen vooraf vastgelegd doel dat zij moet bereiken - dan is zij daarmee nog niet onzinnig. Heeft de muziek van Mozart een taak? (Ken zij niet veeleer voor allerlei zaken worden ingezet, mocht men dat willen, zonder dat zij een inherente taak heeft?) Toch is zij niet zinloos. Hetzelfde geldt voor het leven van een mens. Een mens heeft geen taak - maar niet alles krijgt zijn zin doordat het naar een doel toebeweegt.

Filosofen als verhelderaars van elkaars begrippen - vaak wel, maar toch niet altijd. In de praktische filosofie (ethiek, politieke filosofie, esthetica, cultuurfilosofie) is het zeer duidelijk dat de gehanteerde begrippen niet alleen binnen de filosofie gebruikt worden: vrijheid, waarden, goed, democratie, enzovoorts. Hier kan de filosofie toch ook wanneer zij slechts begrepen wordt als verheldering van concepten een bijdrage leveren aan de ethische en politieke ontwikkeling van een samenleving.

In de meer theoretische takken van de filosofie is die band met de praktijk minder helder, maar ik denk toch dat je zonder veel moeite voorbeelden kan geven van positieve invloed die begripsverheldering hier gehad heeft op wiskunde, taalkunde, AI onderzoek, wetenschapsbeleid, en dergelijke - zelfs als die positieve invloed wel eens minder kan zijn dan sommigen ons willen doen geloven.

Waarom het absurdistisch is om mensen van dingen te willen overtuigen ontgaat me een beetje. Een overtuigings-logica, als ik het zo mag noemen, ligt ten grondslag aan grote delen van het menselijk handelen, inclusief deze discussie die wij hier nu voeren.
Dat kun je eng prescriptief vinden, maar dát wil ik weten, dát vind ik, zo op zondagavond, interessante vragen. In de zin dat het voor Popper onbevredigend zou zijn geweest om de vraag naar wat 'goede' en wat 'slechte' wetenschap is te beantwoorden met een lijst van wetenschappen/theorieen die hij 'goed' vond, is het voor mij onbevredigend om de vraag naar wat de (taak van de) filosofie is te beantwoorden met een lijst van wat historisch gezien filosofie genoemd wordt en wat de filosofen met die filosofieen wilden bereiken.
Waarom denk je dat er een criterium voor goede filosofie bestaat dat onafhankelijk en objectief is? Ik ken mensen die denken dat de werken van Derrida rijp zijn voor de papierversnipperaar, en mensen die hem een van de beste filosofen van de afgelopen eeuw vinden. Waarom zou er een criterium zijn dat aangeeft welk van deze twee opvattingen de juiste is? Is er zo'n criterium met betrekking tot literatuur? "Wat zijn de regels waar literatuur aan moet voldoen om goede literatuur te zijn?" - zo'n vraag hoor je zelden. Er is dan ook veel meningsverschil over wat goede literatuur is en wat niet. Aan de andere kant - er is ook veel overeenstemming, zeker naarmate de tijd verstrijkt, over wat goede literatuur is en wat niet. Hoewel geen strenge criteria opgesteld kunnen worden - en als men het wel probeert blijken ze na een tijdje altijd achterhaald te zijn - is het toch niet allemaal een pot nat.

Waarom zou de filosofie anders moeten functioneren dan de literatuur? Waarom zou het niet genoeg zijn om te zeggen dat Nietzsches werk goed is omdat het een radicale doordenking van enkele ervaringen van de moderniteit behelst, het vol inzichten en interessante gedachten zit, het goed geschreven is en nog altijd mensen inspireert in hun denken en handelen - zonder dat ik daarmee aan wil geven dat alle goede filosofische werken goed zijn omdat ze aan deze criteria voldoen?

Wat maakt filosofie tot goede filosofie? Wat maakt eten tot lekker eten? Wat maakt een spel tot een leuk spel? Wat maakt een vraag tot een zinloze vraag?
Als de conclusie niet volgt uit de aannames, is de filosofie, wel, gewoon verkeerd. Het lijkt mij tegen iedere filosofie, ook tegen die van Nietzsche, een argument als je opmerkt dat een conclusie niet uit de aannames volgt (en kunt laten zien waarom).
Als een filosoof een argument presenteert dat niet klopt, dan is dat laakbaar en een zwakte. Maar heel veel interessante denkbewegingen in het oeuvre van filosofen worden helemaal niet gepresenteerd in de vorm van argumenten. Ik begrijp niet waarom je over filosofie wil denken in termen van logische redeneringen.

Gaat filosofie om waarheid? Ja. Is logische redenatie de manier om naar waarheid te komen? Alleen wanneer het begrippenstelsel, de aannames en dergelijke al vast liggen, en deze verder uitgewerkt dienen te worden. Maar waarheid heeft ook alles te maken met welke begrippen je gebruikt, op welke manieren je over iets nadenkt, welke vragen je stelt, waar je aan twijfelt, welke aannames je bereid bent te maken, wat je als het doel van je denken presenteert, hoe jouw gedachten aansluiten bij het concrete leven van je lezer - enzovoorts.

Misschien kunnen we deze discussie het beste voeren aan de hand van een concrete tekst.

Welch Schauspiel! Aber ach! ein Schauspiel nur!
Wo fass ich dich, unendliche Natur?


Acties:
  • 0 Henk 'm!

Verwijderd

Topicstarter
De vragen naar de zin, de bedoeling, de reden waarom, de grenzen, de betekenis, de definitie, waarom iets een onderdeel is, of naar de taak van de filosofie vind ik equivalent. Of in ieder geval, equivalent genoeg. Wat de taak van de filosofie is, zou de teksten moeten scheiden die filosofisch zijn van die die dat niet zijn: de filosofische teksten houden zich aan die taak, de niet-filosofische niet. In die zin bedoel ik taak, niet als opdracht of bevel, maar als dat wat filosofen doen, wat niet filosofen niet doen.

Woorden als 'goed', 'vrijheid', 'rechtvaardigheid' worden inderdaad ook buiten de filosofie gebruikt. Maar als we eens goed kijken naar bijvoorbeeld ethica en esthetica, dan zou ik niet willen zeggen dat er ook echt concepten verduidelijkt zijn in die, wat is het, 2500 jaar. Weten we nu beter wat vrijheid is? Wat schoonheid is? Wat rechtvaardigheid is? Ik heb niet de indruk, maar dat kan aan mij liggen.

Hoe het ook zij, zelfs als er in de practische filosofie concepten verduidelijkt worden die buiten de filosofie gebruikt worden, dan nog steeds niet in de theoretische filosofie en dus, is 'concepten verduidelijken' geen algemeen criterium om filosofie van niet-filosofie te onderscheiden.

Waarom het absurdistisch is om mensen van (blijkbaar willekeurige) 'dingen' te overtuigen? Het deed mij denken aan die Monty Python sketch over Argument. Maar dan eentje die gaat als: I'm looking for Persuasion, is this Persuasion? - I don't think really believe you're looking for Persuasion, buddy... - Of course I am - Are you sure? Really sure? - Why yes, I guess I am - Then why are you talking to me then? - I..., I.. I don't know - I told you so! I think you're just looking for someone to talk to! - Maybe you're right...

Ik lees nog een aantal andere mogelijke 'taken' in je post:

1. Filosofie als voorbereidende wetenschap. (Filosofie schept de begrippenkaders en de concepten die later gebruikt kunnen worden voor 'echte' wetenschap)

2. Filosofie als literatuur. (Filosofie raakt, net als literatuur, sommige mensen wel en sommige mensen niet. Dat mensen 'raken' is wat het doet, en dat is genoeg. Sommige filosofen hebben meer invloed op het denken in een bepaald land, in een bepaalde tijd, dan andere, maar dat heeft niet zo zeer met een objectieve kwaliteit van de filosofie te maken als met de ontvankelijkheid van de mensen.

Over 1:

Dat is misschien wel zo, maar dat is ook nogal mager. Er is heel veel filosofie die nooit voor zoiets gebruikt wordt. Ik zou dat dan toch nog steeds 'filosofie' willen noemen.

Toch, dit antwoord ligt me wel, en niet alleen om sentimentele redenen (het is wat ik vroeger dacht), het past ook netjes op het filosofie-als-logische-redenering idee. Immers, als filosofische aannames empirisch onderzocht gaan worden, rolt uit een filofosie heel gemakkelijk een 'echte' wetenschap. Het zou mij te ver gaan om te zeggen dat filosofen theorieen moeten opstellen die gebruikt moeten kunnen worden als basis voor wetenschap, maar zonder die eis zijn we terug bij mijn originele criterium: filosofen moeten tautologieen verzinnen. (Maar: geen natuurlijke deducties of reducties uitvoeren, geen symbolische representaties van hun stellingen verzinnen, etc.)

Ik begrijp nog steeds je weerstand tegen dit idee niet. Streven filosofen naar noodzakelijk a priori ware systemen? Dan streven ze naar tautologieen.
Gaat filosofie om waarheid? Ja. Is logische redenatie de manier om naar waarheid te komen? Alleen wanneer het begrippenstelsel, de aannames en dergelijke al vast liggen, en deze verder uitgewerkt dienen te worden.
Ja inderdaad, de waarheid hangt af van de aannames. Dat is toch precies wat ik zei? En waarom zou je dit zo zien? Ten eerste, om een criterium te hebben om filosofie van (bv) literatuur te onderscheiden - want een literair werk is geen theorie. Ten tweede, om een critierum te hebben om filosofie van natuurkunde te onderscheiden - want filosofieen gebruiken geen waarnemingen om hun aannames te rechtvaardigen. En ten derde, om een heel helder beeld te hebben van wat er gebeurt als een filosofie gebruikt wordt voor (empirisch) wetenschappelijk onderzoek - dan worden filosofische aannames mbv waarnemingen getoetst.

Over 2:

De vraag wat literatuur is, of wat kunst is, ben ik nog redelijk vaak tegengekomen. Dát vind ik trouwens betrekkelijke onzin-vragen. Of: ik kan mij niet voorstellen dat daar een niet-triviaal alles omvattend antwoord op kan komen. En trouwens, echt belangrijk is het niet.

Waarom denk ik wel dat dat bij filosofie kan en waarom vind ik het bij filosofie wel belangrijk? Eigenlijk weet ik helemaal niet of er een definitie van filosofie te bedenken is. Zo erg is het misschien ook niet als dat niet kan, en filosofie inderdaad een vorm van literatuur of iets dergelijks is. Maar toch, de overeenkomsten in de filosofieen, in de onderwerpen van de filosofie, in de problemen, in de standpunten, e.d. van de afgelopen 2500 jaar, is dat dan toeval oid? Kan dat écht niet onder één noemer geplaatst worden? Om een oud-Griekse pottenbakker te overtuigen dat hij met hetzelfde bezig is als een performancekunstenaar, lijkt me toch een stuk lastiger dan Socrates overtuigen dat Derrida, net als hij, een filosoof is. Is dat dan een illusie? (of een tendentieus voorbeeld?)

Maar goed, om de discussie wat meer context te geven een lijstje filosofen, niet-filosofen, filosofische werken, en niet-filosofische werken. Betrekkelijk willekeurig trouwens: ik kan natuurlijk geen reden geven -- ik hoef het er zelfs niet mee eens te zijn -- waarom de ene filosoof in de 'wel' groep staat, en een ander niet.

In willekeurige volgorde:

WEL: 'Jenseits von Gut und Böse', Wittgenstein, Kant, Derrida, Zeno van Elea, Nietzsche, 'The History of Western Philosophy', 'Das Kapital', Lucretius, Cicero, Bataille, Leibniz, Augustinus, Machiavelli, Sartre en Descartes.

NIET: 'Nooit meer slapen', 'Mein Kampf', Goethe, le Marquis de Sade, Albert Einstein, 'De wereld van Sofie', Darwin, 'de Bijbel', Keynes, Ayn Rand, Frits Bolkestein, Umberto Eco, 'Dianetics', Gödel, Newton, Camus, 'De puinhopen van acht jaar paars' en Freud.

Hebben we daar wat aan?

Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • Karel V
  • Registratie: November 2003
  • Laatst online: 12-09 21:11

Karel V

Een simpele ziel

Een leuk onderwerp, maar aangezien ik absoluut niet alle woorden begrijp, en waarschijnlijk ook niet de enigste ben, kunnen jullie het volgende uitleggen:

hypothetisch
a priori
a posteriori
Quod non
empirisch
tautologie
niet-contradictoire
oppressie (pressie is wel duidelijk, maar oppressie?)
arbitraire disputen (dispuut, is dat een persoon?)
deducties
dichotomie
prescriptief
vilein
stylistische (bepaalde style?)
Nihilisme (zeer beperkte waarde?)
cynisme (schunnige situatie?, weet even geen andere bewoording)
absurdisme (tot het absurde overdreven?)
esthetica
equivalent
niet-triviaal
ontwikkelen niet ook goede natuurkundige of sociologische theorieen nieuwe manieren van denken?
Natuurkundig is zeker, en sociologen proberen denk processen te verklaren en daar een visie aan te geven. Een nieuwe visie, kan een andere manier van denken veroorzaken, en daarmee algemene aannames in een andere richting sturen. Zo ook met filosofen, waar de wetenschap en de natuurkunde ophoud lijkt mij dat het gebied van de filosoof begint. Of ik heb een totaal verkeerd begrip van een filosoof.
offtopic:
Neem me niet kwalijk, maar ik ben niet bekend met universitaire begrippen

The old Lie: Dulce et Decorum est Pro patria mori


Acties:
  • 0 Henk 'm!

Verwijderd

Topicstarter
offtopic:
Sure, geen probleem:
• hypothetisch = stel dat.
• a priori = zonder een beroep op waarnemingen, van tevoren. Als iemand je vraagt "Is deze vrijgezel ongetrouwd?", hoef je niet te kijken wie aangewezen wordt. Je weet dat hij ongetrouwd is, dat is wat 'vrijgezel' betekent. "Deze vrijgezel is ongetrouwd" is dus een a priori ware uitspraak. Ook wiskundige uitspraken als 2+2=4 zijn a priori.
• a posteriori = Het tegenovergestelde van a priori. Mét een beroep op waarnemingen dus. Als iemand je vraagt "Heeft deze vrijgezel een baard?" moet je wél kijken. "Deze vrijgezel heeft een baard" is daarom (als hij echt een baard heeft) een a posteriori ware uitspraak.
• Quod non = latijn voor 'Wat niet [het geval is]'
• empirisch = volgens de empirie: met experimenten en waarnemingen
• tautologie = iets dat logisch altijd waar is. Zoals: "Als het regent, dan regent het" of "We gaan winnen... of niet"
• niet-contradictoire = zonder interne tegenspraak. Als er zoiets zou zijn als een 'rond vierkant' dan heeft dat contradictoire eigenschappen. 'Rond' en 'vierkant' zijn immers tegenstellingen.
• oppressie = onderdrukking
• arbitraire disputen = willekeurige, zinloze meningsverschillen. (Een dispuut kan ook een deelvereniging van een studentenvereniging zijn, maar hier betekent het 'meningsverschil').
• deducties = gevolgtrekkingen. Als je weet dat als het regent de straten nat worden, en je weet dat het regent, kun je 'deduceren' dat de straten nat zijn. Een bepaald soort conclusies.
• dichotomie = tweedeling
• prescriptief = voorschrijvend hoe het hoort/zou moeten zijn
• vilein = vals
• stylistische = omwille van de schrijfstijl
• Nihilisme = geloven in niets
• cynisme = humoristisch pessimisme
• absurdisme = met een voorliefde voor het absurde
• esthetica = Normaal gesproken de filosofie die vragen als 'Wat is schoonheid?' probeert te beantwoorden
• equivalent = gelijk(waardig)
• niet-triviaal = Iets is triviaal als het een betekenisloze oplossing is. In de wiskunde en logica zijn triviale oplossingen vaak de oplossingen waarbij iets nul of leeg of niets gemaakt wordt. Iets is dus niet-triviaal als er een oplossing gegeven wordt die daadwerkelijk iets zegt, en niet iets als "Kunst is kunst" of "Niets is kunst".
Natuurkundig is zeker, en sociologen proberen denk processen te verklaren en daar een visie aan te geven. Een nieuwe visie, kan een andere manier van denken veroorzaken, en daarmee algemene aannames in een andere richting sturen
Jeah, het was om eerlijk te zijn ook een retorische vraag. (Een vraag waar de vraagsteller al eigenlijk een antwoord op geeft, zoals "Doe je dat thuis ook?")

Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • Antipater
  • Registratie: Juni 2005
  • Laatst online: 15-09 09:54
Mooi topic.
Eigenlijk is wat hier gebeurt al filosofie (sorry, beetje flauw misschien). Tenminste, ik begreep tot nu toe dat de vraag 'wat is de taak van de filosofie' opgevat wordt als wat filosofen doen / horen te doen / goed doen.

Ik ben het eens met wat Lord Daemon suggereerd: waarom zou de filosofie een enkele, vaste taak hebben? Maar daarna kiest hij toch gelijk voor iets richting het pragmatisme: filosofie moet bekeken worden op zijn nut. Net als bij literatuur kan je van filosofie vind ik niet zomaar zeggen: het heeft die of die taak. Als je de geschiedenis bekijkt, dan zie je toch - in tegenstelling tot wat Bahsj beweerd - maar weinig overeenkomst qua 'onderwerpen, problemen en standpunten'. Oke, qua problemen blijven een beperkt aantal moeilijke punten steeds opduiken, maar dat geldt niet voor de overeenstemming in standpunten.

Maar in het algemenere zin is er natuurlijk wel iets dat filosofie tot filosofie maakt. De beste omschrijving daarvan vindt ik (Cornelis Verhoeven): filosofie is denken via de omweg van het denken over het denken. Dat is toch echt iets anders dan literatuur, en ook dan empirische wetenschappen of wiskunde.

Bahsj, je noemt twee taken, waarbij theorieen opstellen er eentje is. Echter, theorieen opstellen is meer dan tautologieen zichtbaar maken. Dat is inmiddels een (bijna?) zelfstandig geworden 'hulpwetenschap' van de filosofie, of liever een onderdeel daarvan, namelijk de logica. Ook noem je dat dat gaat over 'waarheid'. Als je echter bekijkt wat de conceptuele analyse hieromtrent heeft opgeleverd, dan is dat vanaf plato al: knowledge = justified true belief. Gettier heeft daar (1960?) nog aan toegevoegd: niet door een toevallig mazzeltje verkregen. Dus, wat je zegt over waarheid hoort eigenlijk bij de kant van rechtvaardigingen (justified). Tautologie is slechts een criterium (een van de) voor geldig redeneren. Je kan ook zeggen: marsmannetjes met dikke snorren zoenen graag verliefde auto's (premisse A) + verliefde auto's haten het om door besnorde entiteiten gekust te worden (premisse B) = 8)7 , de conclusie laat ik maar aan de lezer over. Dit is natuurlijk dikke onzin, maar logisch prima in orde. Het probleem is niet of C uit (a^b) volgt, maar of 'a' en 'b' uberhaupt wel aannemelijk zijn. Geldige redeneringen zijn - om het nog even anders uit te drukken - wel noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarden voor een (goede) filosofie. Dit is een probleem van de kennisleer: hoe 'haken' uitspraken op de wereld aan versus heeft het wel zin om een onderscheid tussen taal en wereld te maken waarbij de laatste de - uit de eerste opgebouwde - theorieen gaan bewijzen?

Het moeilijke punt is natuurlijk dat als Bahsj zegt dat filosofen naar waarheid streven, wat dan waarheid eigenlijk is (meer dan alleen tautologieen 'uitrekenen' iig) en hoe filosofen dat kunnen verkrijgen.

Verder blijven voor mij de volgende vragen liggen: is er 1 welomschreven taak / whatever aan te duiden van de filosofie? Of zijn er meerdere (niet: alles is goed wat je zo kan noemen)? En moet je zoiets dan bewijzen of beargumenteren, is dat een keuze of ...? Daarbij: het hele woord 'objectief' (zoals in deze topic gebruikt) is pas vanaf Descartes gemeengoed geworden, wat wordt daar dan mee bedoeld eigenlijk en is dat wel houdbaar? Ook het onderscheid tussen a-priori en a-posteriori is tegenwoordig in de filosofie niet meer vanzelfsprekend. Dat vind ik spannende dingen om over te denken. Misschien wat persoonlijker is bijvoorbeeld het onderscheid en de relatie tussen gevoel en verstand (oh, wat een rare aannames bestaan hierover, die zoveel praktische gevolgen hebben op onnavolgbare wijzen...)

Voor mij is wat filosofie kan doen een conceptuele 'onderbouw' of kader zichtbaar maken waarmee je (men, ik) stilzwijgend de wereld benadert, en die vanzelfsprekendheden open leggen. Door te denken over het denken, kan je een onafhankelijkheid verkrijgen van je eigen denken, die je in staat stelt anders te denken. Dat is geestelijke vrijheid, en een belang van filosofie.

[ Voor 3% gewijzigd door Confusion op 07-06-2005 11:54 . Reden: B) gefixed, aangezien het een smiley werd ]


Acties:
  • 0 Henk 'm!

Verwijderd

Topicstarter
(Mooi genoeg om voor te registreren zag ik ;-) ) Maar goed, ach ik zie Plato's ideenrijk wel terug in Frege's Dritte Reich (probably not related), Aristoteles en zijn 'zijn qua zijn' in Heidegger en Quine heeft nog wel eens wat gemeen met de Britse empiristen. Daar zit toch steeds een niet onaanzienlijke tijd tussen. Er zijn natuurlijk vast meer, en vooral veel betere voorbeelden te bedenken, maar geschiedenis van de fil. is niet echt mijn hobby. Kijk, misschien komen niet létterlijk dezelfde posities terug, maar het onderscheid tussen universalia/particularia, het geloof in een aangeboren of een aangeleerde taal, metafysica zinnig of zinloos vinden, etc. etc.: al dat soort tegenstellingen komen steeds maar weer langs. Dat er nu niet 'n filosoof te vinden is die précies zegt wat Plato zei, is niet zo van belang, maar stukjes Plato worden zeker wel hergebruikt (al is het maar door Frege).
Maar in het algemenere zin is er natuurlijk wel iets dat filosofie tot filosofie maakt. De beste omschrijving daarvan vindt ik (Cornelis Verhoeven): filosofie is denken via de omweg van het denken over het denken.
Dus er is tóch iets dat de filosofie tot filosofie maakt. En ha! Een nieuw antwoord! Maar is wat Verhoeven daar zegt niet al een filosofische stellingname? Als ik het goed begrijp, en dit soort mooipraterij vind ik altijd nogal onduidelijk, dan meent Verhoeven dat filosofie uiteindelijk denken-over-denken is, of in ieder geval, dat je als filosoof begint bij de mensenlijke geest en daar een beetje concepten gaat verduidelijken, gaat theoretiseren over hoe de werkelijkheid zou kunnen zijn en wat we daarvan kunnen weten als we er zo over nadenken zoals we doen, etc. etc. Dat klinkt betrekkelijk Kantiaans en ik weet niet of we zo'n 'bias' in onze definitie willen. Daarbij, zegt hij natuurlijk eigenlijk helemaal niets. Filosofie is niet 'zomaar' denken met een omweg, en zelfs als het denken met een omweg via het meta-denken (whatever dat is) is , dan is een psycholoog ook een filosoof.
Echter, theorieen opstellen is meer dan tautologieen zichtbaar maken.
Dat heb ik nooit gezegd. Ik heb gezegd dat (filosofische, a priori ware) theorieen opstellen, tautologieen opstellen is.
Het probleem is niet of C uit (a^b) volgt, maar of 'a' en 'b' uberhaupt wel aannemelijk zijn.
Precies. Maar gegeven een nette filosofie, met wat voor argumenten kan de filosoof (m/v) zijn aannames aannemelijk maken?

Met nieuwe (logische) redeneringen? Nee, als de filosoof zijn aannames kon bewijzen, dan had hij ze niet aan hoeven nemen in de eerste plaats.
Met een beroep op de waarneming? Nee, een filosoof doet geen experimenten.

Dan met wat? Met een beroep op de vooroordelen (en dan bedoel ik intuities) die mensen toevallig al hebben? Met een beroep op wat in een bepaalde tijd in een bepaalde cultuur toevallig een populaire, originele of verrassende gedachte is? Lord Daemon lijkt te denken dat dat de manier is, en jij ook, als je denkt dat de filosoof het specifieke conceptuele kader moet verhelderen waarmee jij/men stilzwijgend de wereld benadert. Jouw misschien betrekkelijk arbitraire conceptuele kader wordt dan immers een maat voor de geslaagdheid van een filosofie.

Maar dan zijn we eruit wat mij betreft: een filosoof stelt een tautologische theorie op, en hoe meer zijn aannames passen bij de toevallige vooroordelen die zijn aangeboren of die mensen in hun leven verzameld hebben, hoe interessanter, hoe juister, hoe belangrijker mensen zijn filosofie achten.

Dan is de filosofie zelf a priori, maar omdat mensen vooroordelen kunnen krijgen op basis van de dingen ze meemaken, is er toch een binding met de werkelijkheid. En omdat mensen voordoordelen aangeboren kunnen krijgen, is er toch een binding met de mens.

We kunnen nu ook onderscheid maken tussen een filosofie die technisch goed is, en een filosofie die mensen interessant vinden. Een technisch correcte filosofie is heel logisch doortimmerd en echt tautologisch, een interessante filosofie bevat aannames die past bij wat mensen zelf al denken. Daarom kun je zeggen: "Er is geen speld tussen te krijgen, maar ik denk niet dat het klopt."

Nu heeft ook conceptverheldering een plaats, al is het niet meer het doel van de filosofie: als ik intuities a, b, c heb en een filosoof baseert zijn filosofie op aannames a, b en ~c, dan verduidelijkt dat hoe mijn intuities a, b met elkaar samenhangen, wat uit mijn intuities volgt, en doet dat me afvragen of c daar wel mee te verenigen is. Concepten worden dan dus eigenlijk verduidelijkt als 'bonus' bij een filosofie die gebruikt maakt van aannames die mensen intuitief al maakten. Of misschien begon de filosoof wel met nadenken over zijn eigen intuities, veel verschil maakt dat niet.

Is dat wat?
Pagina: 1